woensdag, oktober 13, 2010

Steve Miller herondekt de Blues

Na een zeer lange periode die maar liefst zeventien (17!) jaar duurde bracht Steve Miller dit jaar eindelijk nog eens een nieuwe studioplaat uit onder de welluidende naam ‘Bingo!’. In dit album brengt de meestergitarist hulde aan artiesten als B.B. King, Jimmy Reed, Lowell Fulson en Jimmie Vaughan, die hem de liefde voor de Blues bijbrachten. Voor een groot stuk keert Steve Miller hiermee dan ook terug naar zijn muzikale roots en we waren dan ook zeer benieuwd of dit ook te merken zou zijn tijdens zijn optreden in Antwerpen.
Enig opzoekingswerk vooraf leerde ons dat het al meer dan een kwarteeuw geleden was dat Steve Miller nog eens via een tournee door Europa trok. Vele (oudere) muziekliefhebbers herinneren zich echter nog ’s mans historische doortocht op T/W in het gezegende jaar 1982 alsof het gisteren was. En op de radio is deze artiest eigenlijk nooit echt weg geweest. Zijn hits klinken in iedere geval zeer regelmatig op allerhande FM-zenders en vaak duikt de naam Steve Miller nog op in allerhande lijstjes van invloedrijke gitaristen.
Ondanks deze goede naam en faam moesten we met spijt vaststellen dat de Lotto Arena zondagavond maar matig gevuld was voor wat wel eens de afscheidstournee van deze band zou kunnen worden. Kwam het door de concurrentie (Supertramp én Joe Jackson op dezelfde avond) of zou zijn lange afwezigheid uit de concertzalen hiermee toch iets te maken hebben? We moeten het antwoord op deze vraag schuldig blijven maar konden achteraf niet anders dan spijkerhard vaststellen dat de afwezigen –alweer- eens ongelijk hadden.
Iets over acht viel het doek (met daarop een getekende ‘Space Cowboy’) naar beneden en verscheen The Steve Miller Band te midden van een prachtig decor dat wij misschien het best kunnen omschrijven als een ‘kosmische gitaarwinkel’ .
Na de typische intro spatte een ietwat rommelige versie van ‘Jet Airliner’ uit de luidsprekers hetgeen de geluidsman de gelegenheid gaf om de klank wat bij te stellen. The Steve Miller band, bestaande uit Kenny Lee Lewis (gitaar / bas), Sonny Charles (zang), Gordy Knudtsom (drums), Joseph Wooten (toetsen) en de inmiddels 67-jarige Steve Miller (zang, gitaren) zelve, herpakte echter snel met een lekkere versie van ‘Take The Money And Run’. Maar het gedreven viertal geraakte pas helemaal op dreef bij het spelen van de nummers uit de nieuwe plaat.
Songs als Jimmie Vaughan’s ‘Hey Yeah’ en ‘Don’t Cha Know’ luidden de terugkeer naar de Blues in en toen de met een prachtige soulstem gezegende Sonny Charles de zang helemaal voor zijn rekening nam in ‘Further on up the Road’ retourneerde Steve Miller in de gedaante van wat hij misschien het liefst wil zijn: (blues)gitartist. Op zijn instrument kan Miller zich nog steeds met de allergrootsten uit de muziekwereld meten en vaak deed hij ons denken aan die andere grootmeester, Eric Clapton.
Sonny Charles kreeg onder meer ook tijdens ‘Ooh Ooh Pah Doo’ de solozang toebedeeld en hij deed dit voortreffelijk al vonden we zijn (onnozele) danspasjes er soms toch wel net iets over, maar soit.
Ondertussen wisselde Miller van gitaar als Kim Clijsters van tennisbal en bracht tussendoor eer aan de beroemde gitaarbouwer Les Paul met een lied dat hij vorig jaar op diens begrafenis had gezongen: ‘Nature Boy’. Er volgden enkele akoestische (solo)momenten, eerst het ingetogen ‘Seasons’ en daarna een pakkend ‘Wild Mountain Honey’, opgedragen aan de vorig jaar overleden Norton Buffalo, de gewezen (achtergrond)zanger van The Steve Miller Band.
Vrolijker ging het eraan toe tijdens ‘Dance Dance Dance’, dat zich ontpopte als een stampvoeter van jewelste en daarna bleef het feest tijdens een brok onvervalste Louisiana Swamp Rock genaamd ‘Tramp’. Steve & Band dreven op dit elan verder en gaven beetje bij beetje ook hun oude hits prijs. “Here’s a little magic for yah” sprak Miller en zorgde bij de intro van ‘Abracadabra’ meteen voor een enorme publieksreactie. ‘Living In the USA’ droeg de zanger-gitarist op aan de “Armed Forces in Afghanistan”. Het meer dan veertig jaar oude ‘Space Cowboy’ kreeg tevens een warm onthaal , vooral dan van de fans van het eerste uur.
Daarna gooide Steve zijn hitbox helemaal open. ‘Rock ’n Me’ deed de eerste fans rechtveren, ‘Jungle Love’ weekte er nog een paar tientallen meer los van hun stoel en tijdens de lange en knappe uitgesponnen versie van ‘Fly Like An Eagle’ stond het hele middenplein recht.
‘The Joker’ bleek tenslotte even onvermijdbaar als onverwoestbaar als (enige) bisnummer, waarna we tevreden terugkeken op een uitstekend concert. Na al dat moois bedachten we dat de groep, mocht deze volgend jaar nog willen toeren, ook prima zou staan als headliner op een zomers bluesconcert. Hello, folks from Peer, do you read me? (Meer foto's)

zondag, oktober 10, 2010

Meeting with Horst Fascher

Had gisteren een lang en interessant persoonlijk gesprek met Horst Fascher, de Duitse beschermengel van The Beatles toen de groep in Hamburg verbleef, begin van de jaren '60. Horst, een professionele bokser, werkte als buitenwipper in de Hamburgse nachtclubs waar The Beatles optraden en raakte al gauw met hen bevriend. Hij zorgde er onder meer voor dat ze op zijn bescherming konden rekenen in de buurt van de ongure Reeperbahn, waar de muzikanten vaak bestolen of overvallen werden. Verder liet hij zijn moeder de vuile was voor de Beatles doen en af en toe nodigde hij hen thuis eens uit voor een een lekker eetmaal. In The Star Club mocht Fascher uit dankbaarheid voor dit alles af en toe eens meezingen met de groep. Zo bestaat er een opname waar hij met The Beatles als begeleidingsband 'Hallelujah, I Love Her So' zingt. Fascher mag zichzelf tot op de dag van vandaag een persoonlijke vriend van Paul McCartney noemen, die hem steevast aanspreekt als 'Horsty'.

zondag, oktober 03, 2010

360° Tour van U2 ook onvergetelijk in Brussel

Vorige week speelde U2 het Brusselse Koning Boudewijstadium zoals verwacht plat. Het concert leek in vele opzichten op het openingsconcert dat de groep gaf in Turijn, vorige maand in augustus maar er waren ook verschillen. De openingstune ‘Return of the Stingray Guitar’, splinternieuw in Turijn, klonk in Brussel een stuk meer volwassen. De Turijnse truc met de groen-wit-oranje ballonen, die samen de Ierse vlag vormden, kreeg Brussel niet te zien. Hoewel de setlist van het Brusselse woensdagavond concert lichtjes verschilde (geen ‘The Unforgettable Fire’, ‘Hold Me, Thrill Me, Kiss Me, Kill Me’ en ‘Glastonbury’ maar daartegen wel ‘I Will Follow’, ‘Ultraviolet’ en ‘Mercy’) bleef het leeuwendeel hetzelfde. Dit megaspektakel drijft net iets te veel op een georchestreerde choreografie om veel veranderingen toe te laten. Wie, zoals de meeste mensen, de show één keer ziet heeft hier uiteraard geen last van. De show verbaast en overdondert je zodanig dat je ogen en oren te kort komt. Het spektakel zuigt de toeschouwer van de eerste tot de laatste noot mee. Soms had je wel het gevoel dat je naar een reusachtige videoclip aan het kijken was, maar dan wel ondersteund door live-muziek.
Muzikaal valt er echter weinig af te dingen op de grootsheid van U2. Het is zeker niet de beste band ter wereld, maar wel een hele goede groep die over een groot arsenaal wereldsongs beschikt die weinigen onberoerd laat. Bono mag dan wel een meer dan behoorlijke zanger en een charismatische frontman zijn, U2 onderscheidt zich vooral door middel van de sublieme gitaarklanken van The Edge, die, als door de hand Gods gedreven, hemel en aarde beroeren.
We kunnen het begrijpen dat sommige mensen niet van dit soort massaspektakels houden maar om in dezelfde adem U2 af te doen als een middelmatige of slechte groep is de waarheid geweld aandoen. Er is in dit geval namelijk een goede reden voor hun niet aflatende succes, namelijk de muzikale kwaliteit die U2 telkens weer tijdens hun live concerten etaleert. Het is zeker niet toevallig dat de groep nu al bijna dertig jaar aan de top meedraait. Doorheen de jaren was de band niet alleen creatief maar ook innovatief en hun invloed op massa’s andere groepen valt zeker niet te onderschatten. Groepen als Coldplay en Radiohead (om er maar enkelen te noemen) zijn zwaar schatplichtig aan de Ierse groep en zouden niet bestaan hebben zonder U2, tenminste niet in hun huidige vorm . Chris Martin steekt overigens zijn adoratie voor Bono & Co niet onder stoelen of banken.
Rest er nog de discussie over de klank tijdens het concert. Toegegeven, het geluid in het Stadio Olympico was tijdens elk moment superieur aan wat we in het Boudewijnstadium te horen kregen. Bovendien stonden het volumeknoppen in Brussel constant (net iets) te hoog naar onze smaak. Maar het geluid was, tenminste voor het middenplein, zeker niet slecht. Vijf jaar geleden was dat wél het geval op sommige zitplaatsen. Het zal er wel allemaal wat te maken mee hebben waar je je precies bevond. Maar dat er beter plaatsen zijn dan het nationale voetbalstadium om een mega-concert te organiseren is zeker een feit.
Wij zijn er echter van overtuigd dat U2 de overgrote meerderheid van de aanwezigen een onvergetelijke avond bezorgden. De 360° Tour zal niet alleen de rockgeschiedenis ingaan als een mijlpaal in de categorie (mega) live concerten, maar werpt zich meteen ook op als het ultieme referentiepunt hiervoor. Men kan zich afvragen wie op dit vlak ooit beter zal doen. (Meer Foto's)