Met naar schatting 14.000 toeschouwers per avond zal Tina Turner in het totaal vijf keer het Antwerpse sportpaleis doen vollopen. Het roept vragen op. Waarom komen de mensen en vooral waarom blijven ze komen naar Tina? Is het voor het oogverblindend spektakel? Is het gewoon uit kuddegeest? Is het voor de benen? Of toch enkel voor de muziek?
Zeker weet ik het niet, maar ik heb alvast een theorie. Tina Turner is de verpersoonlijking van de ‘eeuwige jeugd’, een ideaal dat elke vorm van ziekte, ouderdom of vergankelijkheid ontkent. De zwarte zangeres wekt bij haar publiek (veel mensen uit de midlife en vooral veel vrouwen) de illusie dat je je hele leven lang jong, mooi en energiek kan blijven. Je moet het alleen maar ‘willen’. Gelukkig hangen er in het sportpaleis zeer weinig spiegels, zodat het waarschijnlijk enige uren duurt vooraleer de massa uit deze droom ontwaakt. En zolang iedereen zich spiegelt aan de grote lichtbak die het podium is, is er geen vuiltje aan de lucht en geloven we in het wonder.
Zelf zag ik Tina meer dan 20 jaar geleden voor het eerst live op een juli avond in Oostende. Haar benen waren toen al legendarisch, maar ik was toen, net als nu, vooral gekomen voor de muziek. En wie Tina enkel hierop afrekent, moet in alle eerlijkheid bekennen dat haar stem, na al die jaren, nog steeds verbluffend is. Toen, om kwart voor negen, Tina bijna letterlijk vanuit de hemel neerdaalde in een bundel van lichtstralen, ontplofte het publiek voor de eerste keer. ‘Steamy Windows’ blies de good vibrations de zaal in. Bij ‘Typical Male’ gebruikte Turner zoals de song voorschrijft meteen haar female attraction: de 69-jarige zangeres demonstreerde, bijgestaan door vier bloedmooie vrouwen, enkele ferme danspasjes die onze Vlaamse sterren op de dansvloer zouden doen verbleken. Daarna volgde alvast één van dé hoogtepunten van de avond: ‘River Deep, Mountain High’, een song die Tina, opbouwend naar een climax, waarlijk naar de soulhemel zong. De ene hit volgde de andere op en daarbij verwisselde de Rock ‘n’ Soul Queen zo vaak van kledij dat een mens begon te vermoeden dat de solden waren uitgebroken achter het podium. ‘What’s Love Got To Do With It’ werd op uitnodiging van Tina afwisselend meegebruld door eerst vrouwen, dan mannen om tenslotte uit te monden in een ‘All Together Now’-moment. ‘Private Dancer’, sterk visueel ondersteund door de dansgroep, klonk als vanouds bijzonder sexy. Als afsluiter van het eerste deel kregen we ‘We Don’t Need Another Hero’, met Turner in een Mad Max Thunderdome outfit, compleet met blonde pruik. De cynicus in ons vroeg zich plots af waarom Tina een paar dagen eerder dit nummer niet mocht zingen op de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president. Zou mooi zijn geweest …
Na de pauze kregen we, via een verbluffende gospelversie van het Beatlesnummer ‘Help’, meteen een nieuw hoogtepunt in de set. Een aangrijpender ‘gebed’ hebben we in jaren niet meer gehoord, zou zelfs kardinaal Danneels moeten toegeven. Na een uitstapje naar de blues, was het alweer tijd voor hits. ‘I Can’t Stand The Rain’ werd knap opgebouwd door middel van jazzy pianoriedels en klonk daardoor net iets anders dan de bekende singleversie. De felgesmaakte Rolling Stones-Medley ‘Jumpin’ Jack Flash / It’s Only Rock ‘n’ Roll’ bracht de rockleeuwin in Tina naar boven en tijdens ‘Goldeneye’ daagde plotsklaps James Bond op in het sportpaleis. Jammer dat zoiets nooit gebeurt bij, ik-zeg-maar-iets, de Belgische regeringsvorming bijvoorbeeld. Het spetterende drieluik ‘Addicted To Love’, ‘The Best’ en de briljantste versie die we ooit hoorden van ‘Proud Mary’ maakten de finale uit. Wanneer de zaallichten doven schreeuwt het dolgedraaide publiek nog slechts één naam: Tina! De krasse meid komt nog éénmaal terug. Tijdens ‘Nutbush City Limits’ zweeft ze in een kraan over het enthousiaste publiek. Afsluiten doet Tina Turner in schoonheid: ‘Be Tender With Me Baby’, dat qua emotioneel afscheidsmoment behoorlijk kan tellen.
Jonger zijn we door dit concert helaas niet geworden, maar genoten hebben we wel. There’s no business like showbusiness. (Meer foto's)
Zeker weet ik het niet, maar ik heb alvast een theorie. Tina Turner is de verpersoonlijking van de ‘eeuwige jeugd’, een ideaal dat elke vorm van ziekte, ouderdom of vergankelijkheid ontkent. De zwarte zangeres wekt bij haar publiek (veel mensen uit de midlife en vooral veel vrouwen) de illusie dat je je hele leven lang jong, mooi en energiek kan blijven. Je moet het alleen maar ‘willen’. Gelukkig hangen er in het sportpaleis zeer weinig spiegels, zodat het waarschijnlijk enige uren duurt vooraleer de massa uit deze droom ontwaakt. En zolang iedereen zich spiegelt aan de grote lichtbak die het podium is, is er geen vuiltje aan de lucht en geloven we in het wonder.
Zelf zag ik Tina meer dan 20 jaar geleden voor het eerst live op een juli avond in Oostende. Haar benen waren toen al legendarisch, maar ik was toen, net als nu, vooral gekomen voor de muziek. En wie Tina enkel hierop afrekent, moet in alle eerlijkheid bekennen dat haar stem, na al die jaren, nog steeds verbluffend is. Toen, om kwart voor negen, Tina bijna letterlijk vanuit de hemel neerdaalde in een bundel van lichtstralen, ontplofte het publiek voor de eerste keer. ‘Steamy Windows’ blies de good vibrations de zaal in. Bij ‘Typical Male’ gebruikte Turner zoals de song voorschrijft meteen haar female attraction: de 69-jarige zangeres demonstreerde, bijgestaan door vier bloedmooie vrouwen, enkele ferme danspasjes die onze Vlaamse sterren op de dansvloer zouden doen verbleken. Daarna volgde alvast één van dé hoogtepunten van de avond: ‘River Deep, Mountain High’, een song die Tina, opbouwend naar een climax, waarlijk naar de soulhemel zong. De ene hit volgde de andere op en daarbij verwisselde de Rock ‘n’ Soul Queen zo vaak van kledij dat een mens begon te vermoeden dat de solden waren uitgebroken achter het podium. ‘What’s Love Got To Do With It’ werd op uitnodiging van Tina afwisselend meegebruld door eerst vrouwen, dan mannen om tenslotte uit te monden in een ‘All Together Now’-moment. ‘Private Dancer’, sterk visueel ondersteund door de dansgroep, klonk als vanouds bijzonder sexy. Als afsluiter van het eerste deel kregen we ‘We Don’t Need Another Hero’, met Turner in een Mad Max Thunderdome outfit, compleet met blonde pruik. De cynicus in ons vroeg zich plots af waarom Tina een paar dagen eerder dit nummer niet mocht zingen op de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president. Zou mooi zijn geweest …
Na de pauze kregen we, via een verbluffende gospelversie van het Beatlesnummer ‘Help’, meteen een nieuw hoogtepunt in de set. Een aangrijpender ‘gebed’ hebben we in jaren niet meer gehoord, zou zelfs kardinaal Danneels moeten toegeven. Na een uitstapje naar de blues, was het alweer tijd voor hits. ‘I Can’t Stand The Rain’ werd knap opgebouwd door middel van jazzy pianoriedels en klonk daardoor net iets anders dan de bekende singleversie. De felgesmaakte Rolling Stones-Medley ‘Jumpin’ Jack Flash / It’s Only Rock ‘n’ Roll’ bracht de rockleeuwin in Tina naar boven en tijdens ‘Goldeneye’ daagde plotsklaps James Bond op in het sportpaleis. Jammer dat zoiets nooit gebeurt bij, ik-zeg-maar-iets, de Belgische regeringsvorming bijvoorbeeld. Het spetterende drieluik ‘Addicted To Love’, ‘The Best’ en de briljantste versie die we ooit hoorden van ‘Proud Mary’ maakten de finale uit. Wanneer de zaallichten doven schreeuwt het dolgedraaide publiek nog slechts één naam: Tina! De krasse meid komt nog éénmaal terug. Tijdens ‘Nutbush City Limits’ zweeft ze in een kraan over het enthousiaste publiek. Afsluiten doet Tina Turner in schoonheid: ‘Be Tender With Me Baby’, dat qua emotioneel afscheidsmoment behoorlijk kan tellen.
Jonger zijn we door dit concert helaas niet geworden, maar genoten hebben we wel. There’s no business like showbusiness. (Meer foto's)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten