Cd-besprekingen van mijn hand (pseudoniem 'Shake') kan je vanaf heden (ook) lezen op het fantastische Rootstime.
Hierbij alvast de oogst van deze week:
- Phil Lee
- Nina Violet
- Marisa Yeaman
- Trace Adkins (dvd)
zondag, november 30, 2008
zaterdag, november 29, 2008
Jerry Lee Lewis: een koele Killer in Vorst
Ruim anderhalf jaar na zijn vorige doortocht stond het rock 'n' roll-monument Jerry Lee Lewis weer in Vorst Nationaal, dat voor de komst van deze legende amper voor de helft gevuld was. Mogelijk moet men van de vooronderstelling uitgegaan zijn dat de zanger op zijn gezegende leeftijd (73) niet meer in staat zou zijn om nog echt scherp uit de hoek te komen of om simpelweg nog te kunnen rocken. Wie woensdagavond toch het risico had genomen om naar Vorst af te zakken zal echter dik tevreden geweest zijn. Dit was zonder twijfel het beste concert van Jerry Lee op Belgische bodem uit het afgelopen decennium. De afwezigen hadden -weer eens- ongelijk.
Na een korte intro van de Jerry Lee Lewis Band, onder de muzikale leiding van stergitarist Ken Lovelace, nam the Killer omstreeks kwart voor tien plaats achter zijn piano. Zwaar aangemoedigd door het Brusselse publiek begon Lewis zijn set met een heerlijk rollend ‘Down The Line’. Het viel meteen op dat de zanger er scherp uitzag in zijn donkergrijs pak. Dat is ooit anders geweest. Aan het eind van de vorige eeuw verscheen Jerry Lee vaker als ‘Bompa’ op het podium dan als de waardige oudere man die hij nu is.
Als tweede nummer bracht de inwoner van de staat Mississippi een fantastische cover van het van Hank Williams geleende ‘You Win Again’. De klanken die Lewis uit zijn piano toverde waren zondermeer hartverwarmend. Even ging het weer een versnelling hoger in ‘Drinkin' Wine, Spo-Dee-O-Dee’ om daarna weer gas terug te nemen in ‘Don't Put No Headstone On My Grave’, een song die meer en meer als een testament klinkt.
Doorheen het concert was er weinig echte interactie met het publiek. Meestal keek Jerry Lee strak voor zich uit en als hij toch een blik naar het publiek richtte, leek hij er dwars doorheen te kijken. Af en toe ontdekte je wel een minzame blik op zijn gezicht en nu en dan kon er zelfs een lachje vanaf.
The Killer vervolgde met een botsend en stotend ‘Before The Night Is Over’ (uit zijn laatste plaat ‘Last Man Standing’). Ook mooi, de trage en ingehouden versie van ‘CC Rider’. En zo evolueerden we langzaam maar zeker naar een grandioze finale. Eerst een magistrale rock ‘n’ rollversie van ‘Roll Over Beethoven’ (ongeveer een miljoen keer beter dan wat Chuck Berry er precies 15 dagen van bakte) waarna de slepende blues ‘Trouble In Mind’ volgde, met Ken Lovelace in een glansrol. De monsterhit ‘Great Balls of Fire’ zette Vorst even helemaal op zijn kop en een spetterend ‘Whole Lotta Shakin’ Goin’ On’ (wat stilaan mijn eigenste lijflied zou moeten zijn) sloot de set mooi maar ook definitief af.
Dit optreden van The Killer, dat ongeveer 50 minuten in beslag nam, zal in ons geheugen gegrift blijven als één van de mooiste die we van hem zagen. De kans dat hij nog eens in Europa zal toeren wordt met de dag kleiner. Maar moest dit ooit nog het geval zijn, staan wij vast en zeker opnieuw op de eerste rij. (Meer foto's)
Na een korte intro van de Jerry Lee Lewis Band, onder de muzikale leiding van stergitarist Ken Lovelace, nam the Killer omstreeks kwart voor tien plaats achter zijn piano. Zwaar aangemoedigd door het Brusselse publiek begon Lewis zijn set met een heerlijk rollend ‘Down The Line’. Het viel meteen op dat de zanger er scherp uitzag in zijn donkergrijs pak. Dat is ooit anders geweest. Aan het eind van de vorige eeuw verscheen Jerry Lee vaker als ‘Bompa’ op het podium dan als de waardige oudere man die hij nu is.
Als tweede nummer bracht de inwoner van de staat Mississippi een fantastische cover van het van Hank Williams geleende ‘You Win Again’. De klanken die Lewis uit zijn piano toverde waren zondermeer hartverwarmend. Even ging het weer een versnelling hoger in ‘Drinkin' Wine, Spo-Dee-O-Dee’ om daarna weer gas terug te nemen in ‘Don't Put No Headstone On My Grave’, een song die meer en meer als een testament klinkt.
Doorheen het concert was er weinig echte interactie met het publiek. Meestal keek Jerry Lee strak voor zich uit en als hij toch een blik naar het publiek richtte, leek hij er dwars doorheen te kijken. Af en toe ontdekte je wel een minzame blik op zijn gezicht en nu en dan kon er zelfs een lachje vanaf.
The Killer vervolgde met een botsend en stotend ‘Before The Night Is Over’ (uit zijn laatste plaat ‘Last Man Standing’). Ook mooi, de trage en ingehouden versie van ‘CC Rider’. En zo evolueerden we langzaam maar zeker naar een grandioze finale. Eerst een magistrale rock ‘n’ rollversie van ‘Roll Over Beethoven’ (ongeveer een miljoen keer beter dan wat Chuck Berry er precies 15 dagen van bakte) waarna de slepende blues ‘Trouble In Mind’ volgde, met Ken Lovelace in een glansrol. De monsterhit ‘Great Balls of Fire’ zette Vorst even helemaal op zijn kop en een spetterend ‘Whole Lotta Shakin’ Goin’ On’ (wat stilaan mijn eigenste lijflied zou moeten zijn) sloot de set mooi maar ook definitief af.
Dit optreden van The Killer, dat ongeveer 50 minuten in beslag nam, zal in ons geheugen gegrift blijven als één van de mooiste die we van hem zagen. De kans dat hij nog eens in Europa zal toeren wordt met de dag kleiner. Maar moest dit ooit nog het geval zijn, staan wij vast en zeker opnieuw op de eerste rij. (Meer foto's)
zondag, november 23, 2008
Het legendarische 'White Album' van The Beatles (°1968)
Meer dan waarschijnlijk is het 'White Album' van The Beatles inderdaad de beste plaat allertijden en dit tot in de eeuwigheid. Amen.
donderdag, november 20, 2008
Wat is creativiteit?
Een interessant interview met John Cleese die zijn ideeën over creativiteit uit de doeken doet.
woensdag, november 19, 2008
Dr.John geeft gezondheidsadvies in Antwerpen
Een consultatie en behandeling bij Dr. John bleek in het verleden steeds bijzonder heilzaam en daarom keken we vol vreugde uit naar diens komst in de Antwerpse Singel. Omstreeks kwart over acht betrad de ‘ambassadeur van New Orleans’ in een oogverblindend lilakleurig pak het podium van de blauwe zaal. Hij nam onmiddellijk plaats achter een oude orgelbak op houten voeten, een instrument met bijna archeologische waarde, dat een warme, volle klank genereerde. Daarbij gesteund door een voortreffelijk band, ‘The Lower 911’, waarin oudgedienden John Fohl (gitaar) en David Barrard (bas) voor een onweerstaanbaar funky geluid zorgden, slaagde Dr. John erin om quasi meteen de toon te zetten via ’Keep The Music Simple’ en vooral ‘It Don't Mean a Thing (If It Ain't Got That Swing)’. Dit credo zou The Night Tripper samen met zijn band op een bijna klinische wijze weten toe te passen tijdens heel het verdere concert.
Na een paar nummers vond Mac Rebennack dat de tijd gekomen was om het orgel even de rug toe te keren voor een ander toetseninstrument. Mooi om te zien hoe de Dokter doorheen de jaren, naar aantal, ongeveer evenveel spulletjes verzameld heeft op zijn zwarte piano als dames doorgaans in hun handtas hebben zitten. De Shakespeariaanse doodskop (deze keer met hoedje) viel binnen ’s mans collectie het meest op. Zorgde de spirit van deze overledene er mede voor dat de voodoo bezweringen van de Doctor een beetje wilden lukken?
Tijd voor één van de hoogtepunten uit het concert: ‘I Walk On Guilded Splinters’ uit de debuutplaat van Dr. John, inmiddels veertig jaar oud, dat kan begrepen worden als één lange magische formule om de vijand de duivel aan te doen, heeft anno 2008 nog niets van zijn mysterieuze kracht verloren. In dit nummer werd drummer (Herman Ernest III) zelfs even fluitist, wat qua tovenarij ook alvast kon tellen. Na de zegening van de Doctor werden we aangemaand om even recht te staan en feest te vieren op ‘Right Place, Wrong Time’, een originele Rebennack klassieker die onlangs zelfs nog de playlist van Bob Dylan’s onvolprezen ‘Theme Time Radio Hour’ sierde.
Het lekkere ‘Keep On Goin’’ (uit de nieuwste cd ‘The City That Care Forgot’) volgde, waarbij Barrard alweer stevige funky grooves uit zijn bas wist te trekken. Wat later stal gitarist John Fohl in duel met Barrard de show in een aan Barrack Obama opgedragen ‘Time For A Change’. De loopjes die Fohl gedurende heel het concert uit zijn gitaar toverde waren magistraal en David Barrard mag zondermeer één van de meest funky bassisten van de planeet genoemd worden.
Een sexy versie van het alom bekende ‘Making Whoopee’ werd door ons begrepen als een soort gezondheidsadvies.
De Medicijnman koos vervolgens voor een instrumentale Duke Ellington cover ‘Caravan’, waarbij zijn orgelspel herinneringen opriep aan jazzlegende Jimmy Smith. Ergens begon het op te vallen dat de Doctor deze avond meer zin had om muziek te spelen dan om te zingen.
Blues, funk en jazz werden nog een laatste keer magisch versmolten in de feestelijke afsluiter ‘Going Back To New Orleans’. Even geloofden we dat de Schelde de Mississippi was. Een illusie, zo bleek helaas later.
Toen sloot de Doctor, ietwat vermoeid, zijn praktijk af. Zijn assistent, David Barrard, vroeg een welverdiend applaus voor onze held en deelde tegelijk mee dat de goede Doctor wat ‘under the weather’ (lees: ziekjes) was. Er volgden daarom geen bisnummers.
Een uurtje later vernamen we van zijn bassist dat het allemaal niet zo erg was maar dat dit laatste optreden van de tour zijn tol eiste. De bijna 68-jarige Doctor bleek gewoon wat oververmoeid te zijn en tevens wat last te hebben van het Europese klimaat. Barrard vroeg er ons meteen bij om een vriendelijk gebedje voor zijn muzikale baas te willen doen. Bij deze weet u meteen wat u te doen staat.
Na een paar nummers vond Mac Rebennack dat de tijd gekomen was om het orgel even de rug toe te keren voor een ander toetseninstrument. Mooi om te zien hoe de Dokter doorheen de jaren, naar aantal, ongeveer evenveel spulletjes verzameld heeft op zijn zwarte piano als dames doorgaans in hun handtas hebben zitten. De Shakespeariaanse doodskop (deze keer met hoedje) viel binnen ’s mans collectie het meest op. Zorgde de spirit van deze overledene er mede voor dat de voodoo bezweringen van de Doctor een beetje wilden lukken?
Tijd voor één van de hoogtepunten uit het concert: ‘I Walk On Guilded Splinters’ uit de debuutplaat van Dr. John, inmiddels veertig jaar oud, dat kan begrepen worden als één lange magische formule om de vijand de duivel aan te doen, heeft anno 2008 nog niets van zijn mysterieuze kracht verloren. In dit nummer werd drummer (Herman Ernest III) zelfs even fluitist, wat qua tovenarij ook alvast kon tellen. Na de zegening van de Doctor werden we aangemaand om even recht te staan en feest te vieren op ‘Right Place, Wrong Time’, een originele Rebennack klassieker die onlangs zelfs nog de playlist van Bob Dylan’s onvolprezen ‘Theme Time Radio Hour’ sierde.
Het lekkere ‘Keep On Goin’’ (uit de nieuwste cd ‘The City That Care Forgot’) volgde, waarbij Barrard alweer stevige funky grooves uit zijn bas wist te trekken. Wat later stal gitarist John Fohl in duel met Barrard de show in een aan Barrack Obama opgedragen ‘Time For A Change’. De loopjes die Fohl gedurende heel het concert uit zijn gitaar toverde waren magistraal en David Barrard mag zondermeer één van de meest funky bassisten van de planeet genoemd worden.
Een sexy versie van het alom bekende ‘Making Whoopee’ werd door ons begrepen als een soort gezondheidsadvies.
De Medicijnman koos vervolgens voor een instrumentale Duke Ellington cover ‘Caravan’, waarbij zijn orgelspel herinneringen opriep aan jazzlegende Jimmy Smith. Ergens begon het op te vallen dat de Doctor deze avond meer zin had om muziek te spelen dan om te zingen.
Blues, funk en jazz werden nog een laatste keer magisch versmolten in de feestelijke afsluiter ‘Going Back To New Orleans’. Even geloofden we dat de Schelde de Mississippi was. Een illusie, zo bleek helaas later.
Toen sloot de Doctor, ietwat vermoeid, zijn praktijk af. Zijn assistent, David Barrard, vroeg een welverdiend applaus voor onze held en deelde tegelijk mee dat de goede Doctor wat ‘under the weather’ (lees: ziekjes) was. Er volgden daarom geen bisnummers.
Een uurtje later vernamen we van zijn bassist dat het allemaal niet zo erg was maar dat dit laatste optreden van de tour zijn tol eiste. De bijna 68-jarige Doctor bleek gewoon wat oververmoeid te zijn en tevens wat last te hebben van het Europese klimaat. Barrard vroeg er ons meteen bij om een vriendelijk gebedje voor zijn muzikale baas te willen doen. Bij deze weet u meteen wat u te doen staat.
zaterdag, november 15, 2008
Lucinda Williams: "Little Honey"
The 'inpeccable' Jan A. heeft als reactie op wat er eerder in sommige persbladen is verschenen over de nieuwe plaat van Lucinda Williams deze 'definitieve' recensie geschreven, die ik met vreugde op Shaketown plaats. Halleluia!
"Lucinda Williams heeft een nieuwe plaat gemaakt en deze is, houdt u vast, een van de allerbeste uit haar oeuvre!Ja, het is tegen het zere been, dat weet ik. Maar er is over deze plaat dan ook al zoveel onzin geschreven... Er zouden tenenkrullend slechte liedes op staan, het zou een samenraapsel van afdankertjes zijn, kortom, haar sléchtste plaat ooit. Gezever! Ik heb een theorietje dat verklaart waarom sommigen zo ontgoocheld zijn.Lucinda verscheen tien jaar geleden op de recensentenradar met Car Wheels On A Gravel Road. Lu heeft in al die tijd weining liedjes geschreven die de luisteraar zinderend van jolijt door de huiskamer doen dartelen. Kommer en kwel, liefde op basis van snel aflopende huurcontracten, alleen de vergeving Gods kan nog hoop brengen. En alcohol. In de Handelbeurs in Gent waarschijnlijk Duvel. Intraveneus ingebracht dan. Toen ze buitenwaggelde na een magistraal concert, was de Stetson op haar hoofd het enige dat nog verticaal van horizontaal kon onderscheiden. Ergens onderweg naar het Westen, moet Lucinda dan toch in de netten van het geluk verstrikt geraakt zijn en dus brengt zij vandaag op Little Honey een andere boodschap, een ander geluid. Ma, ik ga mij in mijn armen kerven en mij dan van de brug smijten, maakt doorgaans meer indruk dan Ma, ik heb een nieuw lief en hij heet Lucien. En daarom haken sommige recensenten af. Ook al omdat Lucinda op deze nieuwe plaat een stevige dosis twang aan de sound toegevoegd heeft. Sommige mensen zijn allergisch aan twang. Ik niet. Luister naar het prachtig mooie Jailhouse Tears, een vettig duet met Elvis Costello over het liefdesgevecht tussen twee junks. Of neem Real Love. Opent met een valse start –symbolisch?- en dendert dan door als een betere Stones song, een soort liefdesbrief aan zichzelf. En dit wordt gevolgd door Circles and X's. Buiten regent het dat het giet, Mr. Wonderful is net de deur uit. Lucinda zit aan de keukentafel wat te kribbelen op een papiertje circles and x's by his name. Waarschijnlijk heeft zij op dat eigenste moment ook dit nog opgeschreven:I used to play games with my boyfriendsFashion and fame, hip lottle trendsNow I have a real man, don't have to pretendAnd that's why I'm crying tears of joyEn denkt u zich daar dan nog de gitaar van Doug Pettibone bij in, die met kleine fijne trekjes à la Van Gogh kleur toevoegt. Meesterlijk! Geraakt u in de stemming? Minder subtiel, maar even sterk is Honey Bee... You've become my weakness, now I've got your sweetness all up in my hair. ‘t Is proper. En dan Well, well, well. Klinkt als een authentieke Hank Williams. Ook hier weer fantastisch gitaarwerk, zondermeer. De hele plaat door speelt de band met eerbied voor en kennis van de klassiekers, zonder ooit in clichés te vervallen.Tussen deze lappen rock and country twang, heeft Lucinda enkele verstilde poëtische pareltjes verstopt. Die raken nu eens met de muziek, dan weer met woord. Eén quote mag ik u niet onthouden... If wishes were horses, I'd have a ranch. Come on baby, give me another chance.En dat laatste is wat u ook moet doen. Vergeet wat u elders gelezen heeft en haal die plaat in huis. Zoekt u dan eens op in het boekje welk instrumentarium gebezigd wordt om Heaven Blues tot leven te brengen. Ik zie u nu al glimlachen. Wie Lucinda al eens live een Skip James’ Hard Time Killing Floor Blues zag brengen, wist dat ze dit in zich had." (Jan A.)
"Lucinda Williams heeft een nieuwe plaat gemaakt en deze is, houdt u vast, een van de allerbeste uit haar oeuvre!Ja, het is tegen het zere been, dat weet ik. Maar er is over deze plaat dan ook al zoveel onzin geschreven... Er zouden tenenkrullend slechte liedes op staan, het zou een samenraapsel van afdankertjes zijn, kortom, haar sléchtste plaat ooit. Gezever! Ik heb een theorietje dat verklaart waarom sommigen zo ontgoocheld zijn.Lucinda verscheen tien jaar geleden op de recensentenradar met Car Wheels On A Gravel Road. Lu heeft in al die tijd weining liedjes geschreven die de luisteraar zinderend van jolijt door de huiskamer doen dartelen. Kommer en kwel, liefde op basis van snel aflopende huurcontracten, alleen de vergeving Gods kan nog hoop brengen. En alcohol. In de Handelbeurs in Gent waarschijnlijk Duvel. Intraveneus ingebracht dan. Toen ze buitenwaggelde na een magistraal concert, was de Stetson op haar hoofd het enige dat nog verticaal van horizontaal kon onderscheiden. Ergens onderweg naar het Westen, moet Lucinda dan toch in de netten van het geluk verstrikt geraakt zijn en dus brengt zij vandaag op Little Honey een andere boodschap, een ander geluid. Ma, ik ga mij in mijn armen kerven en mij dan van de brug smijten, maakt doorgaans meer indruk dan Ma, ik heb een nieuw lief en hij heet Lucien. En daarom haken sommige recensenten af. Ook al omdat Lucinda op deze nieuwe plaat een stevige dosis twang aan de sound toegevoegd heeft. Sommige mensen zijn allergisch aan twang. Ik niet. Luister naar het prachtig mooie Jailhouse Tears, een vettig duet met Elvis Costello over het liefdesgevecht tussen twee junks. Of neem Real Love. Opent met een valse start –symbolisch?- en dendert dan door als een betere Stones song, een soort liefdesbrief aan zichzelf. En dit wordt gevolgd door Circles and X's. Buiten regent het dat het giet, Mr. Wonderful is net de deur uit. Lucinda zit aan de keukentafel wat te kribbelen op een papiertje circles and x's by his name. Waarschijnlijk heeft zij op dat eigenste moment ook dit nog opgeschreven:I used to play games with my boyfriendsFashion and fame, hip lottle trendsNow I have a real man, don't have to pretendAnd that's why I'm crying tears of joyEn denkt u zich daar dan nog de gitaar van Doug Pettibone bij in, die met kleine fijne trekjes à la Van Gogh kleur toevoegt. Meesterlijk! Geraakt u in de stemming? Minder subtiel, maar even sterk is Honey Bee... You've become my weakness, now I've got your sweetness all up in my hair. ‘t Is proper. En dan Well, well, well. Klinkt als een authentieke Hank Williams. Ook hier weer fantastisch gitaarwerk, zondermeer. De hele plaat door speelt de band met eerbied voor en kennis van de klassiekers, zonder ooit in clichés te vervallen.Tussen deze lappen rock and country twang, heeft Lucinda enkele verstilde poëtische pareltjes verstopt. Die raken nu eens met de muziek, dan weer met woord. Eén quote mag ik u niet onthouden... If wishes were horses, I'd have a ranch. Come on baby, give me another chance.En dat laatste is wat u ook moet doen. Vergeet wat u elders gelezen heeft en haal die plaat in huis. Zoekt u dan eens op in het boekje welk instrumentarium gebezigd wordt om Heaven Blues tot leven te brengen. Ik zie u nu al glimlachen. Wie Lucinda al eens live een Skip James’ Hard Time Killing Floor Blues zag brengen, wist dat ze dit in zich had." (Jan A.)
vrijdag, november 14, 2008
Festival van de Filosofie: 'Denken in Feest'
Voor de geïnteresseerden: vanaf vandaag en tot en met zondag 16 november 2008 loopt in het Brusselse Flageygebouw het Festival van de Filosofie.
Zaterdag kom ik zelf ook in actie met twee workshops om 14.00 en 16.00 uur.
Zaterdag kom ik zelf ook in actie met twee workshops om 14.00 en 16.00 uur.
woensdag, november 12, 2008
Chuck Berry: Een Schalkse Rock'n'Rollruiter in het Circus
"If you tried to give rock and roll another name, you might call it 'Chuck Berry’" is een mooie quote van John Lennon, die het belang van deze rock’n’roll pionier misschien nog het best omschrijft. Hoeveel beginnende gitaristen hebben wel eens geoefend om de akkoorden van ‘Johnny B. Goode’ onder de knie te krijgen? En hoeveel bekende artiesten namen ooit in hun carrière één of meer covers op van Chuck? Zouden groepen als The Beatles en The Stones sowieso hebben bestaan zonder de muziek van deze ultieme songwriter? Allemaal vragen die een figuur als Chuck Berry terecht oproept. Deze man simpelweg een legende noemen, lijkt ons zelfs een zwaar understatement.
Op wapenstilstand stond de 82-jarige Berry na ongeveer één jaar opnieuw op Belgische bodem. De recensies van de Vlaamse media waren na zijn vorige passage in de Lotto Arena meestal vernietigend. Dit was er waarschijnlijk de oorzaak van dat het Brusselse Koninklijk Circus deze keer slechts voor de helft gevuld was. Toch hadden de aanwezigen zeker geen ongelijk.
Akkoord, Good Ol’ Chuck eigent zich nogal wat vrijheden toe op het podium (vals zingen, met een song beginnen of ophouden volgens eigen goesting, zijn bandleden op het verkeerde been zetten met riffs uit andere songs…) maar toch flakkert op de betere momenten het oude vuur van zijn genie nog af en toe op.
Chuck begon, gesteund door een vierkoppige band waaronder zoon Charles Berry Junior op gitaar en oudgediende Jim Marsala op bas, aan zijn set met een kramakkelige versie van ‘Roll Over Beethoven’. Het duurde duidelijk even voor de oude diesel op het juiste toerental kwam. ‘Carol’ en ‘Little Queenie’ klonken al iets beter en werden door de zaal enthousiast meegebruld. Het van Emmylou Harris bekende ‘You Never Can Tell’ ging dan weer flink de mist in. Berry herpakte zich met een aangename versie van ‘School Days’, waarbij hij via body language geen enkele twijfel liet bestaan over de werkelijke betekenis van de regel ‘Drop the coin right into the slot / You gotta hear something that's really hot’.
Wat later zocht Berry de blues op met een cover van ‘It Hurts Me Too’ (Elmore James) en vond aldus meer en meer ruimte om op volstrekt eigen wijze gitaarles te doceren. Zoon Junior leek zich af te vragen: hoe doet onzen ouwe dat toch? Op zeker moment vond Chuck dat het tijd was voor wat anders. Hij vertelde het publiek dat hij een briefje had gekregen van zijn broer. Theatraal draaide Berry zijn broekzakken binnenstebuiten en haalde er uiteindelijk een stukje W.C.-papier (de brief) uit, waarna de ene mop de andere opvolgde (genre: ‘Ik had nog graag 10 dollar bij deze brief gevoegd, maar helaas heb ik hem reeds dichtgeplakt’). Hilariteit in het Circus: Chuck als Standup Comedian!
Hadden we nog te goed: een leuke maar korte versie van, jawel, ‘Johnny B. Goode’, het onvermijdelijke 'My Ding a Ling' en een groot afscheidsfeest op de klanken van ‘Reelin’ And Rockin’’, waarbij Chuck naar goede gewoonte een dozijn jonge vrouwen uit het publiek op het podium lokt, die zich dan dansend mogen uitleven. Bijzonder grappig om te zien hoe onze held met zijn gitaar de ’chicks’ als een ouwe vos opzweept, terwijl hij schalks het hele spektakel gadeslaat. Onze Heer leek zich zelfs zo te amuseren dat hij ons nog op (ongeveer) tweeëneenhalve meter duckwalk tracteerde... Schitterend toch?
Na precies één (gechronometreerd) uur is de show echter definitief afgelopen. En ook al was dit zeker niet het beste concert dat we in de laatste jaren van Chuck Berry zagen, toch waren we blij de man nog eens levend te hebben mogen meemaken. De periode dat dit nog kan loopt stilaan ten einde… We mogen er vooral niet aan denken. (Meer foto's)
Op wapenstilstand stond de 82-jarige Berry na ongeveer één jaar opnieuw op Belgische bodem. De recensies van de Vlaamse media waren na zijn vorige passage in de Lotto Arena meestal vernietigend. Dit was er waarschijnlijk de oorzaak van dat het Brusselse Koninklijk Circus deze keer slechts voor de helft gevuld was. Toch hadden de aanwezigen zeker geen ongelijk.
Akkoord, Good Ol’ Chuck eigent zich nogal wat vrijheden toe op het podium (vals zingen, met een song beginnen of ophouden volgens eigen goesting, zijn bandleden op het verkeerde been zetten met riffs uit andere songs…) maar toch flakkert op de betere momenten het oude vuur van zijn genie nog af en toe op.
Chuck begon, gesteund door een vierkoppige band waaronder zoon Charles Berry Junior op gitaar en oudgediende Jim Marsala op bas, aan zijn set met een kramakkelige versie van ‘Roll Over Beethoven’. Het duurde duidelijk even voor de oude diesel op het juiste toerental kwam. ‘Carol’ en ‘Little Queenie’ klonken al iets beter en werden door de zaal enthousiast meegebruld. Het van Emmylou Harris bekende ‘You Never Can Tell’ ging dan weer flink de mist in. Berry herpakte zich met een aangename versie van ‘School Days’, waarbij hij via body language geen enkele twijfel liet bestaan over de werkelijke betekenis van de regel ‘Drop the coin right into the slot / You gotta hear something that's really hot’.
Wat later zocht Berry de blues op met een cover van ‘It Hurts Me Too’ (Elmore James) en vond aldus meer en meer ruimte om op volstrekt eigen wijze gitaarles te doceren. Zoon Junior leek zich af te vragen: hoe doet onzen ouwe dat toch? Op zeker moment vond Chuck dat het tijd was voor wat anders. Hij vertelde het publiek dat hij een briefje had gekregen van zijn broer. Theatraal draaide Berry zijn broekzakken binnenstebuiten en haalde er uiteindelijk een stukje W.C.-papier (de brief) uit, waarna de ene mop de andere opvolgde (genre: ‘Ik had nog graag 10 dollar bij deze brief gevoegd, maar helaas heb ik hem reeds dichtgeplakt’). Hilariteit in het Circus: Chuck als Standup Comedian!
Hadden we nog te goed: een leuke maar korte versie van, jawel, ‘Johnny B. Goode’, het onvermijdelijke 'My Ding a Ling' en een groot afscheidsfeest op de klanken van ‘Reelin’ And Rockin’’, waarbij Chuck naar goede gewoonte een dozijn jonge vrouwen uit het publiek op het podium lokt, die zich dan dansend mogen uitleven. Bijzonder grappig om te zien hoe onze held met zijn gitaar de ’chicks’ als een ouwe vos opzweept, terwijl hij schalks het hele spektakel gadeslaat. Onze Heer leek zich zelfs zo te amuseren dat hij ons nog op (ongeveer) tweeëneenhalve meter duckwalk tracteerde... Schitterend toch?
Na precies één (gechronometreerd) uur is de show echter definitief afgelopen. En ook al was dit zeker niet het beste concert dat we in de laatste jaren van Chuck Berry zagen, toch waren we blij de man nog eens levend te hebben mogen meemaken. De periode dat dit nog kan loopt stilaan ten einde… We mogen er vooral niet aan denken. (Meer foto's)
dinsdag, november 11, 2008
Tony Joe White in Leuven: Parels uit het Moeras
Vanop een afstand gezien leek het even alsof Harrison Ford (bruine hoed, cowboyboots…) op het podium van de uitverkochte Leuvense muziektempel 'Het Depot' verscheen. Maar in tegenstelling tot het personnage op het witte doek was onze held zeker niet bang van slangen, noch kletste hij om de haverklap met een zweep. Neen, deze legende was enkel gewapend met een vreedzame Fender, die eerder alligators leek aan te trekken dan ze te verdrijven.
Tony Joe White startte solo aan zijn set met ‘Rich Woman Blues’, onmiddellijk gevolgd door ‘Stockholm Blues’. Als je je ogen even sloot, zou je gezworen hebben dat de zwarte ziel van John Lee Hooker bezit had genomen van deze blanke man.
Als een drummer en een toetsenist zich bij White voegen, start Tony Joe met (het instrumentale) ‘Set The Hook’ meteen ook het openingsnummer van zijn nieuwste plaat ‘Deep Cuts’. We horen weinig sporen van de zware, mechanische, bijna industriële sound waar deze plaat soms wat onder lijdt. Alleen de drummer doet iets te veel zijn best om zo te klinken. Toch zijn we blij dat TJW live kiest voor waar hij het best in is: de swampy blues met een lekkere laidback groove. Zo genieten we een hele avond van Tony Joe’s natuurlijke fenderklanken, die herinneringen oproepen aan JJ Cale of Mark Knopfler. Wie even later naar de story van ‘Roosevelt And Ira Lee’ luistert, denkt aan de grote verhalen uit het Amerikaanse Zuiden. Met zijn lijzige, zware stem laat de inwoner van Louisiana een diepe indruk na op zijn toehoorders.
Mooi is ook de flexibiliteit van TJW wanneer iemand uit de zaal verzoekt om ‘the best cover ever’… White interpelleert de man en wanneer hij begrijpt dat het over het nummer ‘Baby, Please Don’t Go’ (van Big Joe Williams) gaat, knikt hij even naar zijn bandleden en serveert, à la carte, meteen een fantastische versie van dat nummer. Il faut le faire!
Natuurijk mochten ook de bekendere nummers niet aan de set ontbreken. Tijdens ‘Rainy Nights In Georgia’ streelde White zijn gitaar alsof het een geliefde was. ‘Polk Salad Annie’ blijft na al die jaren nog steeds de publiekslieveling en ‘Steamy Windows’ had niet dat opgepompte van de Tina Turner-versie maar klonk aardedonker, alsof de ruiten ook nog met modder bedampt waren.
‘You make it all worthwhile’ riep de zanger/gitarist zijn tevreden publiek toe. Komende van iemand die op zijn palmares songs heeft staan die gecoverd werden door grootheden als Elvis Presley, Ray Charles, Dusty Springfield etc. begrijp je dat de man het niet meer (alleen) voor de centen hoeft te doen. De liefde voor de muziek én zijn publiek houdt deze artiest ‘on the road’.
Na een dankbaar applaus trok TJW zich terug uit de Leuvense moerassen. Deze legende live aan het werk zien blijft ook nog anno 2008 een belevenis.
Tony Joe White is op 11 november nog te zien in de Spirit of 66 in Verviers en op 13 november in de Handelsbeurs van Gent. (Meer foto's)
Tony Joe White startte solo aan zijn set met ‘Rich Woman Blues’, onmiddellijk gevolgd door ‘Stockholm Blues’. Als je je ogen even sloot, zou je gezworen hebben dat de zwarte ziel van John Lee Hooker bezit had genomen van deze blanke man.
Als een drummer en een toetsenist zich bij White voegen, start Tony Joe met (het instrumentale) ‘Set The Hook’ meteen ook het openingsnummer van zijn nieuwste plaat ‘Deep Cuts’. We horen weinig sporen van de zware, mechanische, bijna industriële sound waar deze plaat soms wat onder lijdt. Alleen de drummer doet iets te veel zijn best om zo te klinken. Toch zijn we blij dat TJW live kiest voor waar hij het best in is: de swampy blues met een lekkere laidback groove. Zo genieten we een hele avond van Tony Joe’s natuurlijke fenderklanken, die herinneringen oproepen aan JJ Cale of Mark Knopfler. Wie even later naar de story van ‘Roosevelt And Ira Lee’ luistert, denkt aan de grote verhalen uit het Amerikaanse Zuiden. Met zijn lijzige, zware stem laat de inwoner van Louisiana een diepe indruk na op zijn toehoorders.
Mooi is ook de flexibiliteit van TJW wanneer iemand uit de zaal verzoekt om ‘the best cover ever’… White interpelleert de man en wanneer hij begrijpt dat het over het nummer ‘Baby, Please Don’t Go’ (van Big Joe Williams) gaat, knikt hij even naar zijn bandleden en serveert, à la carte, meteen een fantastische versie van dat nummer. Il faut le faire!
Natuurijk mochten ook de bekendere nummers niet aan de set ontbreken. Tijdens ‘Rainy Nights In Georgia’ streelde White zijn gitaar alsof het een geliefde was. ‘Polk Salad Annie’ blijft na al die jaren nog steeds de publiekslieveling en ‘Steamy Windows’ had niet dat opgepompte van de Tina Turner-versie maar klonk aardedonker, alsof de ruiten ook nog met modder bedampt waren.
‘You make it all worthwhile’ riep de zanger/gitarist zijn tevreden publiek toe. Komende van iemand die op zijn palmares songs heeft staan die gecoverd werden door grootheden als Elvis Presley, Ray Charles, Dusty Springfield etc. begrijp je dat de man het niet meer (alleen) voor de centen hoeft te doen. De liefde voor de muziek én zijn publiek houdt deze artiest ‘on the road’.
Na een dankbaar applaus trok TJW zich terug uit de Leuvense moerassen. Deze legende live aan het werk zien blijft ook nog anno 2008 een belevenis.
Tony Joe White is op 11 november nog te zien in de Spirit of 66 in Verviers en op 13 november in de Handelsbeurs van Gent. (Meer foto's)
zondag, november 09, 2008
Paul McCartney als 'Ultieme Legende'
"This is the man who invented my job," said U2 lead singer Bono, introducing McCartney.
"On the way here Paul McCartney, who was driving the car, was pointing out every place in Liverpool. It was like being in the Pope-mobile with the Pope driving. In the universe of rock and roll bands, the Beatles were the big bang.
"I saw tonight how much Liverpool means to Paul McCartney and you can feel how much Paul McCartney means to Liverpool."
donderdag, november 06, 2008
Filosoferen met Kinderen
Vanavond geef ik opnieuw cursus 'filosoferen met kinderen' in de bibliotheek van Lede. Vier avonden komen wij samen om onze filosofische vaardigheden aan te scherpen. Wie wenst kan zich nog steeds inschrijven. Er zijn nog een paar plaatsen vrij.
maandag, november 03, 2008
Parels voor de zwijnen (2)
In onze reeks 'Now Tell Us Cowboy, Where Do I Find Some Great Bootlegs?' beveel ik vandaag deze site aan. Hier vind je een tamelijk indrukwekkende verzameling downloads van artiesten als Bob Dylan, Eric Clapton, R.E.M, Tom Petty, Bruce Springsteen... Het enige nadeel: waar vinden we de tijd om dit allemaal ooit nog eens te beluisteren? (Thx Ignace)
zondag, november 02, 2008
Het leven zoals het is: Sarah Palin
Sarah Palin laat zich beetnemen door een telefoontje van een nep-Sarkozy (Canadese Acteur). Hilarisch.
Abonneren op:
Posts (Atom)