zaterdag, augustus 29, 2009

The Spikedrivers - Gather Round

En waar is men in Ohio tegenwoordig zoal mee bezig? Het zou een kwestie kunnen zijn die een mens zich afvraagt, van de vooronderstelling uitgegaan dat een mens zich sowieso nu en dan dingen afvraagt natuurlijk. Welnu, voor hen die het interesseert kunnen wij uit goede bron melden dat aldaar in 2003 een groepje is ontstaan die zich The Spikedrivers plegen te noemen. Zij mixen bluesy, swingende upbeat country rock’n’ roll tot een dampend potje Americana. In 2006 bracht het sextet hun debuutplaat uit en daarna volgden nog twee live registraties. Nu is er een tweede studioplaat van dit gezelschap verschenen die de naam ‘Gather Round’ meekreeg. Op de hoes zien wij een slang rond de treinsporen kronkelen. Kan het Amerikaanser?
Zanger, songwriter & frontman Jesse Henry neemt de meeste songs voor zijn rekening en hij doet dat bijzonder goed, met een stem die nu en dan herinnert aan de jonge Tom Waits. Vooral ‘Write My Name’ en ‘Bible Belt’ doen aan deze laatste denken.
Veel goeds valt er ook te zeggen over beide gitaristen van de groep; de jonge Steve Sweney en zijn vroegere leermeester John Boestler, die zijn veertig jaar ervaring in de strijd kan werpen. Samen zorgen ze voor elektrisch vuurwerk op onder meer ‘Buissnessman Of Chancee’ en het soulvolle ‘House On Fire’. En dan is er nog violiste Megan Palmer, verpleegster van beroep, die met haar fiddle voor de rootsy feel zorgt. Palmer tekent voor één prima song, ‘Knife Twister’, waarop ze tevens als zangeres fungeert.
De originaliteitsprijs zullen deze Spikedrivers dit jaar waarschijnlijk niet winnen, daarvoor zit hun muziek te diep geworteld in de Amerikaanse traditie van blues, country en rock. Maar dat ze met hun lekkere up-tempo songs talrijke clubs en townhalls zullen weten te enthousiasmeren is evident. Probeer het thuis ook eens uit in uw eigen huiskamer, zouden wij zeggen. Al wat u moet doen is deze plaat kopen en hem in uw cd-speler floepen. De mensen uit Ohio zullen u dankbaar zijn.

donderdag, augustus 27, 2009

dinsdag, augustus 25, 2009

Melissa Morgan - Until I Met You

Melissa Morgan werd geboren in New York City en groeide op in Teaneck, New Jersey. Al gauw bleek zingen een passie te zijn voor haar. Ze werd lid van allerlei jeugdkoren en volgde later als vocaliste nog les aan het conservatorium. De liefde voor de jazz erfde ze van haar grootmoeder waarbij ze de oude platen van onder meer Dinah Washington, Etta Jones, Nancy Wilson, Billie Holiday en Sarah Vaughn ontdekte.
Na haar studies ging ze aan de slag in de New Yorkse jazzbars en veroverde zo ook haar plekje bij Jon Faddis and the Dizzy Gillespie Alumni All-Stars, waarmee ze optrad in de Blue Note. In september 2004 schopte ze het tot semi-finaliste in de Thelonious Monk International Jazz Competition in Washington D.C., één van de beroemde jazzcompetities ter wereld, gepresenteerd door Herbie Hancock.
En nu is er dan haar debuut ‘Until I Met You’, bij Major platenmaatschappij Telarc. Zoals vele beginnende jazzvocalisten bevat zo’n debuutplaat meestal een flink aantal covers van de grote voorbeelden. Dat is niet anders bij Morgan en ze hoopt, naar eigen zeggen, dat haar album vooral de klassieke jazzliefhebber zal aanspreken. Dat blijkt zeker het geval.
Opener ‘Save Your Love For Me’, bekend van Nancy Wilson, imponeert meteen door enkele donkere pianotoetsen aan het begin en een trompet die aan Chet Bakert doet denken, waartegen de soulvolle stem van Melissa Morgan zich feilloos weet aan te schurken. Iets swingender gaat het eraan toe in de Louis Jordan standard ‘Is You Is Or Is You Ain’t My Baby’, dat ons spontaan aanzet tot enig ritmisch knippen met de vingers.
Ronduit fantastisch is Melissa’s versie van ‘The Lamp Is Low’, dat onder meer door de alt saxofoon van Tim Green de jazzhemel wordt ingeblazen. Een ander hoogtepunt is de Traditional ‘Cool Cool Daddy’ waarin Morgan bewijst dat ze de Blues haar net zo goed past als een strak jurkje. Zelfs de overbekende Mack Gordon / Harry Warren klassieker ‘The More I See You’ geeft Melissa toch nog een persoonlijke draai mee, mogelijk verwijzend naar Nina Simone die deze song opnam op haar allerlaatste plaat.
Dit album is nog maar eens een bewijs dat vrouwelijke jazz vocalistes helemaal terug ‘in’ zijn. Men hoeft zelfs helemaal geen jazzfreak te zijn om van deze muziek te houden. Hoezeer deze plaat ook geworteld is in de rijke jazztraditie, toch weet Melissa Morgan een hedendaagse toets te raken waardoor het geheel bijzonder toegankelijk klinkt. De kwaliteit is er, nu alleen het succes nog.

dinsdag, augustus 18, 2009

Hoe Jimi Hendrix het Woodstock Festival afsloot

Precies veertig jaar geleden, op 18 augustus, sloot Jimi Hendrix zijn optreden en meteen ook het Woodstock Festival af met 'Hey Joe'. Hendrix had eigenlijk de avond voordien al moeten optreden maar omwille van logistieke problemen en allerlei vertragingen vond zijn optreden pas -the day after -op maandagochtend (rond 11 uur!) plaats, waardoor meer dan de helft van de 400.000 aanwezigen dit optreden stomweg gemist hebben. Op het filmpje is duidelijk te zien hoe de grote massa reeds aan de aftocht is begonnen, zonder goed en wel te beseffen dat ze hierdoor de rug keerden naar het concert dat later zou worden gezien als het meest legendarische van het hele festival.

zondag, augustus 16, 2009

Hannelore Bedert zoekt ways to leave her lover

Vorig jaar wist Hannelore Bedert ons te betoveren met ‘Wat Als’, één van de sterkste Nederlandstalige debuutalbums ooit in Vlaanderen uitgebracht. Wekenlang drukten we het plaatje tegen het hart en luisterden we haast onophoudelijk naar de droeve liedjes over liefde en hoe die soms verloren gaat. Bob Dylan maakte decennia geleden de ultieme scheidingsplaat en niet dat we Bedert met de meester uit Minnesota willen vergelijken, maar puur thematisch zijn haar songs uit hetzelfde hout geschreven als die op ‘Blood On The Tracks’. Verlies, woede, (on)schuld, (on)trouw, twijfel, angst, woede en natuurlijk wraak zijn de gangbare motieven.
Ondertussen is deze artieste al een tijdje aan een uitgebreide tournee door Vlaanderen en Nederland begonnen en we waren dan ook razend benieuwd hoe zij het materiaal van haar debuutplaat live zou weten te vertalen. Haar optreden in de Boesdaalhoeve te Sint-Genisius-Rode op 15 augustus leek hiervoor een ideale gelegenheid. Omsingeld door haar vijfkoppige band, die de zangeres prima wisten te begeleiden, zette Hannelore Bedert er een ijzersterk concert neer. Doorheen dit concert gaat de zangeres rusteloos op zoek naar de spreekwoordelijke Fifty ways to leave your lover, maar elke manier laat onuitwisbare sporen na en zet opnieuw twijfels.
Het elektrische ‘Smaak’ is meteen een euh… smaakmaker voor wat komen gaat; bitterzoete lyrics over het willen afscheid nemen maar er nauwelijks toe in staat blijken te zijn.
Aan het begin van haar concert vraagt de zangeres wie al eens zijn vrouw, man of lief bedrogen heeft. Er komt nauwelijks reactie. Ze dringt aan en vraagt om de zaallichten aan te steken. Mensen weten niet goed waarheen te kijken en geen enkele vinger schiet de lucht in. Ontrouw blijft taboe in Vlaanderen, zoveel is duidelijk. Dan volgt ‘Helemaal’ dat het onderwerp in al zijn bitterheid aansnijdt. Bedert zingt bloedmooi, haar stem en frasering zitten perfect. De toon is gezet.
Wat later volgt de radiohit ‘Janker’, een West-Vlaams liedje over een depressie dat dienst doet als afrekening met haar (Antwerpse) ex. ‘Vocabulaire’ rekent niet alleen af met dit ex-vriendje, maar in uitbreiding ook met de inwoners van de hele Antwerpse provincie die haar taal niet schijnen te (willen) begrijpen.
Twee stroomstoten draven doorheen het concert. Vooreerst een straffe versie van ‘Meneer’, waarin een onstuitbaar verlangen zich meester maakt over de zangeres. Wat later doet ‘Dissolvant’ alle moeite van de wereld om de geliefde alweer geheel en al ‘uit te wissen’.
Het (nieuwe?) nummer 'Kloten' wikkelt er geen doekjes rond. Opnieuw gaat het hier over bedrog en verraad.
Dan vraagt Hannelore of er misschien iemand jarig is of wat te vieren heeft. Ze zegt er meteen bij dat voor deze gelukkigen alleen maar de eerste strofe van ‘Feest’ gelden, de rest van het nummer draagt ze op aan de mensen die niet zo happy zijn vandaag. Het nummer gedijt in de schoonheid en de pijn van the not so happy endings.
Afsluiten doet ze fantastisch met ‘Altijd Nooit Meer’, the final (upper)cut zou men kunnen zeggen .
Dit optreden indrukwekkend noemen, is een understatement. Maar gaat u vooral zelf kijken. U krijgt nog ruim de kans. (Meer foto's)

dinsdag, augustus 11, 2009

Ray Davies blaft ingeslapen Lokeren (even) wakker

Het duurde even vooraleer Ray Davies er echt zin in kreeg zondag, op de laatste dag van de Lokerse Feesten. Bij aanvang van het concert viel de opkomst bijzonder tegen. De oudere generatie blonk uit door afwezigheid, terwijl de jongeren amper geïnteresseerd waren in deze levende legende uit de sixties. Het concert werd aanvankelijk wat ontsiert door het onophoudelijk kankeren tegen de geluidsmensen die volgens Ray niet in staat bleken aan zijn eenvoudige wensen te voldoen. Na heel wat gitaarwissels geraakte de Kink toch in vorm. Schone versies van "Where Have All the Good Times Gone", "Sunny Afternoon", "Well Respected Man", "Lola" en "Celluloid Heroes" werden ons deel. Maar echt zwaar uithalen deed Davies pas in de (lange) bisronde. De gitaren van "All Day and All of the Night" en "You Really Got Me" dienden volgens Ray te klinken als blaffende honden en dit was exact wat we te horen kregen. Het schudde de ingedommelde Lokerse jeugd eindelijk wakker. Na anderhalf uur zette de 65-jarige Davies een punt achter zijn optreden. Alle hoop op een Lokerse "Waterloo Sunset" bleek echter tevergeefs. (Meer foto's)

RAY DAVIES - THE KINKS CHORAL COLLECTION

Als creatieve geest en drijvende kracht achter de rockroep The Kinks was Ray Davies verantwoordelijk voor enkele van de beste Britse rock- & popsongs allertijden. De man mag terecht zeer trots zijn op dit verleden, maar het is soms niet makkelijk om zich ervan los te weken.Een jaar of tien geleden herkauwde hij het oude repertoire opnieuw via het project ‘The Storyteller’, waarin hij enkele anekdotische verhalen achter de bekende Kinkssongs toevoegde. En nu pakt Davies dus uit met koorversies van zijn onsterfelijke liedjes.
‘Classic Kinks Songs As You’ve Never Heard Them Before’, belooft de hoes en dat is absoluut niet gelogen. Het idee achter deze plaat kwam er toen Ray Davies in 2007 deelnam aan de Electric Proms en hiervoor samenwerkte met het Crouch End Festival Chorus, uit Noord-Londen. Deze samenwerking beviel de opperkink zo goed dat hij er een heel nieuw project in zag.
Het resultaat blijkt nu meer dan behoorlijk. Bij momenten word je er als luisteraar helemaal in meegezogen, maar spijtig genoeg werkt de magie niet altijd en wordt de bal nu en dan eens misgeslagen. Ray klinkt alvast als zanger prima op deze plaat, al staan de vocale hoogstandjes uiteraard op de rekening van het 80-man sterke koor. Soms beperkt deze bende zich tot het toevoegen van allerlei fijne ‘oooh’s en ‘aaah’s op de achtergrond terwijl ze op andere momenten net een krachtige samenzang genereren. Davies goes (een beetje) Scala, als het ware.
‘Days’ doet dienst als veelbelovende opener en draagt meteen al iets sacraals in zich mee. Toch moeten wij bij deze bloedmooie song in eerste plaats nog steeds denken aan de betreurde Kirsty MacColl, die met haar versie The Kinks wist te overtreffen.
De bewerking van ‘Waterloo Sunset’, één van de allerbeste songs ooit geschreven, komt fraai uit de verf zonder het orgineel te (willen) overklassen. De oer-rocker ‘You Really Got Me’, is helaas, op het belachelijke af, de eerste misser op de plaat. Dat geldt al evenzeer voor ‘All Day And All Of The Night’ waarin de koorleden er niet in slagen om energie toe te voegen, maar in tegenstelling daarvan de zaak eerder ontkrachten
Maar er zijn ook betere momenten. Het feestelijke‘Victoria’ bijvoorbeeld, dat door het koor naar een fijne climax wordt gezongen of de a-capella versie van ‘See My Friends’, dat bijna iets religieus in zich meedraagt. De prachtsong ‘Celuloid Heroes’ kan er zeker ook mee door, net zoals de meezinger ‘Shangri-La’.‘Working Man’s Café’ (uit 2007) mag dan weer bewijzen dat Davies ook recent in staat bleek om een goeie song te schrijven.
'The Village Green Medley’, bestaande uit zes songs van het miskende meesterwerk ‘The Kinks Are the Village Green Preservation Society’ (1968), mogen we zonder meer het echte hoogtepunt van de plaat noemen. (Grijp uw kans om de originele plaat te (her)ontdekken.) Omdat deze nummers minder tot het collectieve geheugen behoren, worden we hier minder gedwongen om vergelijkingen te trekken met de originelen en dat is zeker niet slecht.
Die-hard rockfans kunnen zich er misschien beter van onthouden, maar meer klassiek georiënteerde muziekliefhebbers, in het bijzonder de vrienden van het vocale werk, zullen vast niet ontgoocheld zijn.
Meezingen mag!

zondag, augustus 09, 2009

Opnieuw Beatlemania in Londen!

Klik om te vergroten
De verjaardag van de beroemde Abbey Road Crossing is niet onopgemerkt voorbij gegaan. Samen met naar schatting enkele honderden Beatlesfans uit de hele wereld staken wij precies om 11u35 het beroemde zebrapad over, veertig jaar nadat John, Ringo, Paul & George dat hadden gedaan. Dit zorgde voor een niet de overziene traffic-jam die de Londense St John’s Wood wijk volledig plat legde. Uit een identieke replica van John’s psychedelisch beschilderde Rolls-Royce stapten bovendien nog eens vier nep-Beatles in historische klederdracht die voor de verzamelde wereldpers demonstreerden hoe de oversteek precies veertig jaar geleden plaatsvond. (Meer foto’s en video)

zaterdag, augustus 08, 2009

Abbey Road: veertig jaar na de foto

Deze foto van vier mannen die samen een zebrapad oversteken werd vandaag, dag op dag 40 jaar geleden, genomen vlakbij de Abbey Road studio's in Londen. Alternatieve foto's van deze historische fotoshoot kan je hier bekijken. Samen met waarschijnlijk vele anderen bezoeken we deze locatie vandaag graag nog eens opnieuw.
Neem alvast 'live' al even een kijkje, een verslag volgt.

dinsdag, augustus 04, 2009

Status Quo: Rockin' All Over Tienen

De goede sfeer deed ons zondag op Suikerrock extra genieten van het optreden van het onverslijtbare rockensemble Status Quo. Trouw aan hun naam klinken ze nog steeds hetzelfde dan pakweg twintig jaar geleden. Het recente songmateriaal van de groep verandert daar niets aan. Gelukkig maar zouden wij haast zeggen.
Omdat de Tiense Grote Markt overladen vol zat, was er weinig of geen plaats voor de fans om over te gaan tot het spelen van luchtgitaar, waartoe de muziek van The Quo zich, zoals iedereen wel weet, perfect leent. Headbangen dan maar op klassieke nummers als ‘Sweet Caroline’, ‘The Wanderer’,‘Rain’ en ‘What You’re Proposing’. Naar het einde van de set toe namen Parfitt, Rossi & C° wat gaf terug met tragere songs als ‘Living On an Island’ en ‘In The Army Now’ om in de finale, tot grote vreugde van het publiek, los te barsten met, wat nog steeds de vier ultieme Statusnummers zijn: ‘Roll Over Lay Down’, ‘Down Down’, ‘Whatever You Want’ en ‘Rockín´ All Over the World’. Ambiance! ‘Rock´n´Roll Music’ en een vleugje ‘Bye Bye Johnny’ sloten de festivaldag feestelijk af. (Meer foto's)

maandag, augustus 03, 2009

Lokeren - Game, Set, Match: Mr. Byrne

‘Is het een vogel, is het een vliegtuig?’
Neen, Dames en Heren, op bovenstaande afbeelding staat wel degelijk David Byrne in tutu, terwijl hij met bisnummer ‘Burning Down The House’ het ultieme matchpunt maakt. Zonder veel moeite bleek de Talking Head afgelopen zaterdag in Lokeren de betere van de ietwat fletse Disco Queen Donna Summer.
We kunnen ons niet meer herinneren hoeveel concerten van David Byrne we precies al zagen, maar op geen enkele keer ontgoochelde hij ons. Zijn doortocht op de Lokerse feesten zullen we niet gauw vergeten. Op het programma stond het werk uit de jarenlange samenwerking van Byrne met Brian Eno centraal. Enkele nieuwe songs uit hun laatste gezamenlijke plaat ‘Everything That Happens Will Happen Today’ wisselden af met ouder materiaal uit onder meer ‘My Life In The Bush Of Ghosts’ en ‘Remain In Light’. Vooral de songs uit die laatstgenoemde plaat (‘Houses in Motion’, ‘Once in a Lifetime’ en ‘Crosseyed and Painless’) dreven het concert naar het allerhoogste niveau.
Tijdens deze tournee maken enkele dansers integraal deel uit van de groep rond Byrne. Net zoals hun sprekende (opper)hoofd en de overige bandleden bestond hun outfit geheel uit kraakwitte pakjes. Fantastisch om te zien hoe Byrne op gezette tijden zijn plaats oppikt tussen de dansers en gewoon meedoet met de choreografie om er daarna weer net zo makkelijk uit te stappen.
Een flinke pluim ook voor de uitstekende band die de typische Byrne-mix van afrikaanse ritmes, funk en new wave tot in de perfectie wist uit te voeren. Naast de nog steeds modern klinkende nummers uit ‘Remain In Light’ tekenden wij nog enkele andere hoogtepunten op: een strak ‘I Zimbra’, een opzwepend ‘Life During Wartime’ en een hemelsbreed uitgesmeerd ‘Heaven’ om er maar enkele te noemen. (Meer foto's)
Na zoveel moois besloten we unaniem enkele Lokerse festivalbiertjes te degusteren en te wachten wat het volgende optreden ons zou brengen. Disco, als het ware.
The King of Pop, The King of the Blues, The Queen of Soul… de muziekwereld is vergeven van koninklijk bloed. Veel volk zakte diezelfde zaterdag ook naar Lokeren af om Donna Summer, The Queen of Disco, eindelijk nog eens op Belgische bodem aan het werk te zien. Zoals enigszins te vrezen viel moest er men naast de hits ook de kitsch bij nemen. Donna putte net iets teveel uit haar recente platen die niemand kende en waaraan ook niemand echt boodschap had. ‘Smile’ de ode aan Michael Jackson klonk gemeend maar was in feite ook al overbodig. De finale maakte gelukkig één en ander goed: 'On the Radio','Love to Love You Baby', 'I Feel Love' en vooral het soulvolle 'She Works Hard for the Money' bleken na al die jaren nog steeds onweerstaanbaar en bracht Lokeren alsnog in feestelijke stemming. (Meer foto's)