maandag, juli 27, 2009

Whole Lotta Shaketown Going On in Tilburg

Good Ol' Jerry Lee Lewis speelde gisteren niet meer dan zijn 'regular show' in Tilburg, maar doet dat zo fantastisch dat we er maar geen genoeg van krijgen. De man blijft, ook op oudere leeftijd, volstrekt uniek. Oog in oog staan met The Killer bezorgde ons alweer kippenvel. Die piano, die stem... het doet gewoon iets met je. Bijzonder veel sfeer trouwens in de gezellige 013, zeker één van de beste zalen van de Lage Landen. Een volledig verslag van Duke J kan je vinden op Rootstime. (Meer foto's)
Ondertussen genieten we graag opnieuw van deze filmpjes.



zaterdag, juli 25, 2009

Herkent u dit koppel?

Bekijk even heel aandachtig dit Amerikaans koppel.
Herkent u ze niet? Vergroot de foto.
We geven je een tip: bekijk ook hun pose en het attribuut.
Laatste tip: muziekgeschiedenis.
Doet dit nog steeds geen belletje rinkelen?
Klik dan hier voor het antwoord.

donderdag, juli 23, 2009

De Jingle-jangle van Roger McGuinn in Peer

Enkele dagen geleden stond Roger McGuinn op de planken van het Belgium Rhythm & Blues Festifal in Peer. Slechts gewapend met twee gitaren (een akoestische en zijn legendarische 12-snarige rickenbacker) en tegen een achtergrond van vier kamerplanten slaagde de ex-Byrd er toch in om het Bluespubliek te begeesteren. De setlist bestond vooral uit een flink pak songs uit de Dylancatalogus ('My Back Pages', All I Really Want To Do', 'It's Allright Ma, I'm Only Bleeding', 'Knocking On Heaven's Door' en natuurlijk 'Mr. Tambourine Man') afgewisseld door enkele Byrds originals als 'Turn Turn Turn', '5D', 'Ballad of an Easy Rider' en 'So You Want To Be A Rock'n'Roll Star'. Het typische tinkelende-winkelende geluid dat McGuinn uit zijn rickenbacker tovert, blijft volstrekt uniek en we zouden deze man maar al te graag nog eens in de lage landen, maar dan in een goede zaal aan het werk zien. En Roger, breng je volgende keer ook nog eens een groep mee? (Meer foto's)

donderdag, juli 16, 2009

R. Zottegem: Alice Cooper zoals in onze mooiste nachtmerries

Even na middernacht viel het groot vuurkleurig doek met daarop in bloedrode gotische letters de naam ‘Alice Cooper’ geschreven onder een explosie van witte rook naar beneden. Een daverend applaus verwelkomde de legendarische shock-rocker op de tonen van ‘It’s Hot Tonight’. Geflankeerd door een paar jonge ‘dirty-ass’ rockers die hun gitaar lieten janken als hongerige wolven maakte Cooper zijn bedoelingen meteen duidelijk: ‘No More Mr. Nice Guy’ klonk als een geloofsbelijdenis. Opnieuw schoten ontelbare duivelshandjes de Zottegemse lucht in. Toen Alice wat later ‘I’m Eighteen’ (ongeveer de gemiddelde leeftijd in de tent, nvdr) op het publiek afvuurde daverde de grond onder onze voeten. En dit was slechts nog maar een begin! Niet alleen muzikaal, ook theatraal bleek Cooper in bloedvorm. De show die volgde in enkele regels beschrijven is niet eenvoudig maar we doen een poging enkele topmomenten mee te geven. “Welcome To My Nightmare!”, schreeuwde Mr. Oogschaduw en prompt verscheen een blond damesmeisje in nachttenue ten tonele, achternagezeten door een met een varkenskop, die gewapend met een slagersmes wild om zich heen hakte. Na wat heen en weer geloop toonde Alice zijn kunsten met zwaard, sabel en stilletto, waarmee hij –en passant- enkele van zijn gitaristen neerstak. De muzikanten zegen één voor één kunstig neer, terwijl ze nog een laatste solo uit hun gitaar persten. Il faul le faire! Alsof dat nog niet genoeg was mishandelde de zanger nog eens theatraal zijn madame en vermoorde hij met hamer en beitel een baby(pop) in een kinderwagen. Even later werd onze held voor zijn wandaden in een dwangbuis geduwd, waaruit hij zich –tijdens het zingen- heldhaftig bevrijdde. Dat zoiets niet ongestraft mocht gebeuren werd meteen duidelijk: een galg van een meter of drie rolde het podium op. Even later, tijdens de song ‘I Love The Dead’, bengelde zotte Alice, onder luid applaus, inderdaad strak aan de koord. Maar u voelde het al aankomen… de rockster herrees enkele momenten later in schoon kostuum (met buishoed) om de Zotttegemse tent te trakteren op nog enkele van zijn greatest hits. Het massaal meegekrijste ‘School’s Out’ klonk gezien de tijd van het jaar en de aanwezige doelgroep perfect getimed. Afsluiter ‘Poison’ was de kers op de taart, die als behalve vergiftigd smaakte. Op de rand van het kitcherige af was dit een verpletterend optreden met een zelden geziene publieksfeer van een artiest die perfect het klappen van de zweep kent. Stiekem wensten we dat al onze nachtmerries zo plezierige zouden zijn. (Meer foto's)

Rock Zottegem: De duivelse Cello Suites van Apocalytica

De Finse metalgroep Apocalyptica bestaat uit drie klassiek geschoolde cellisten en een drummer, die in deze bezetting ongeveer evenveel herrie weten te genereren als hun soortgenoten op gitaar. Reeds in 1996 bracht de groep 'Plays Metallica By Four Cellos', dat wereldwijd uitgroeide tot een succesformule onder de metalfans. Nadien bracht de groep nog zes albums uit waarin het concept nauwelijks veranderde: instrumentale heavy metal gespeeld op cello’s.
Naast covers van onder meer Rammstein, Faith No More, Sepultura, Slayer, Bowie en jawel… Grieg, nam de band ook eigen nummers op. Nu en dan experimenteerde men met gastvocalisten zoals Corey Taylor of Nina Hagen. In Zottegem kwam Apocalytica hun laatste plaat ‘Worlds Colide’ voorstellen, maar de Cello-beulen uit het Noorden speelden daarnaast ook ouder werk om hun fans te plezieren. Zo greep de band vaak terug naar bekende Metallica-covers waarbij de reactie van het publiek niet uitbleef: duizenden duivelshandjes schoten de lucht in en deze songs werden massaal meegebruld. Dit was onder andere het geval bij opener ‘Wherever I May Roam’ en later ook bij ‘One’ en ‘Fight Fire With Fire’. Als extraatje had de groep ook een zanger (zeg maar: een blonde viking) meegelokt om enkele nummers, waaronder de hit ‘I’m Not Jesus’, te vertolken. Maar zelfs met de eigen instrumentale nummers zorgde Apocalyptica voor veel sfeer in de tent. Dit had natuurlijk alles te maken met de energie van hun podiumact. De heren gebruikten hun strijkstok op hun instrument als een zwaard in de oorlogsvoering, waarbij ze, aangevuurd door een maniakale drummer, wild te keer gingen met hoofd, lijf en ledenen. Het groepssymbool, een gevleugelde doodskopcello, werd hierbij op gezette tijden stroboscopisch verlicht op de achtergrond. “Cool!” vond de Zottegemse jeugd en wie zijn wij om hen tegen te spreken?
(Meer foto's)

dinsdag, juli 14, 2009

Lucinda Williams voor muzikale fijnproevers in het Rivierenhof

Het zat Lucinda Williams niet mee zaterdagavond in het Rivierenhof. Donkere wolken pakten samen boven het anders zo feeërieke openluchttheater van Deurne. Op andere podia zorgden onder meer Madonna, The Pretenders, Paul Weller voor moordende muzikale concurrentie. Bovendien pakte op die dag zowat elke gemeente uit met één of ander gratis festivalletje (omwille van het feit dat een Vlaams boerenleger meer dan 700 jaar geleden enige Franse ridders in de pan hakte). Eén en ander had tot gevolg dat de opkomst voor Lucinda Williams toch wel beter had gekund daar in Deurne. Maar… de aanwezige fijnproevers hadden zeker geen ongelijk.
Buick 6, de band waarmee La Lucinda al geruime tijd toert, stond in voor het voorprogramma. Noem hen niet zomaar een begeleidingsband. Buick 6 is een bijzonder straffe groep die zich ook zonder zangeres staande weet te houden. Spijtig genoeg was stergitarist Doug Pettibone deze keer niet van de partij maar de leegte die hierdoor ontstond werd quasi perfect opgevuld door de nieuwe gitarist Eric Schermerhorn.
Tijdens het instrumentaal halfuurtje van Buick 6, waarin sfeervolle klanklandschappen voorbij gleden, herkenden we onder meer een flard ‘Billie Jean’, gedrenkt in vette Americana saus. Programmeer deze groep in een trendy nachtclub en je hebt prijs. Onder een zwaarbewolkte Antwerpse hemel werkte de magie helaas nauwelijks.
Na hun set nodigde drummer Butch Norton, op verzoek van Williams, het publiek uit om wat dichter vooraan te komen staan want Lu houdt nu eenmaal niet van een te grote afstand tussen zichzelf en het publiek. Helaas gingen slechts een paar dozijn mensen op dit verzoek in en bleven de meeste toeschouwers op hun veilige zitjes. Misschien was dit wel het ultieme bewijs dat het gros van de echte Williams fans op 11 juli schitterden door afwezigheid. Dat dit toch wel een serieuze domper zette op de sfeer behoeft verder geen betoog, maar van de kwaliteit van het optreden deed dit weinig af.
Lucinda begon aan haar set met lekkere countryrock van de bovenste plank: ‘Can’t Let Go’, gevolgd door ‘Well Well Well’ (uit de laatste plaat Little Honey) en ‘I Lost It’ (net zoals het openingsnummer afkomstig uit de succevolle ‘Car Wheels On A Gravel Road’ cd).
Daarna nam de zangeres ruim de tijd voor enkele van haar meer rustige songparels. Hier schitterden vooral de ballad ‘Concrete and Barbed Wire’, de trage blues ‘Tears of Joy’, voorzien van een magistrale solo van gitarist Eric Schermerhorn en een scherp gezongen ‘Blue’ dat recht naar het hart greep. Het aan Beautiful Loser Blaze Foley opgedragen ‘Drunken Angel’ sloot het eerste deel van de set mooi af.
Lucinda verbaasde er zich over dat er na elk beleefd applaus zo’n oorverdovende stilte volgde. Helemaal anders dan in haar thuisland of op andere festivals waarop ze gespeeld had. Ze bedoelde het niet eens sarcastisch.
Vanaf het stevige ‘Pineola’ koos de rock’n’countryster voor een hardere aanpak waarin de persoonlijkheden van de gitaristen Schermerhorn en Chet Lyster steeds meer uit de verf kwamen. Dat was onder meer het geval in het Stonesachtige ‘Real Life Bleeding Fingers And Broken Guitar Strings’ en de puike ACDC cover ‘It’s A Long Way To The Top If You Want To Rock ‘n’ Roll’. Het van vunzige lyrics voorziene ‘Honey Bee’ had zelfs een hoog punkgehalte. Maar het hoogtepunt van de avond was ongetwijfeld een weergaloze versie van ‘Joy’ waarin Shemerhorn en Lyster overgingen tot één van de spannendste gitaarduels die we dit jaar live mochten meemaken. Wie hiervoor zijn neus ophaalde dient, wat ons betreft, muzikaal heropgevoed te worden.
Er volgde slechts één bisnummer: het akoestische solomoment ‘Passionate Kisses’. Het concert duurde (slechts) 90 minuten, een stuk korter dan daags voordien in Utrecht. We kunnen alleen maar hopen dat de afvalligen volgende keer wel weer in grote getale present zullen geven want deze unieke zangeres/ songschrijfster verdient de onverdeelde aandacht van iedere Country /Folk/ Rockliefhebber. (Meer foto's)

maandag, juli 13, 2009

B.B. King in Gent: Tussen zelfspot en The Blues

Het grote publiek was naar donderdag Jazz Gent gekomen om Blueslegende B.B. King nog eens aan het werk te zien op Belgische bodem want de kans dat dit nogmaals zal gebeuren lijkt elke keer onwaarschijnlijker. De tent zat dan ook afgeladen vol en heel wat toeschouwers konden zelfs geen zitplaatsje meer bemachtigen
Na een krachtige instrumentale introductie van zijn fenomenale band gingen duizenden handen op elkaar om The King of the Blues welkom te heten. B.B. bedankte hiervoor, nam plaats op een stoel en verontschuldigde zich voor zijn relatief lange afwezigheid van drie jaar. Ziekte (diabetes) hield hem een tijdlang van de podia, maar nu is hij terug onder de mensen en dat doet hem duidelijk deugd. Over zijn ouderdom zou hij het publiek heel de avond nog blijven entertainen (iedereen jonger dan 75 noemde hij steevast “youngsters”). Groots ook hoe deze man met levendige zelfspot de Dood recht in het gezicht uitlachte. “Sommige bandleden denken eraan om te trouwen”, vertelde B.B. “Ik niet, want ik sta al met één voet in het graf en vrouwen geven niet om mannen die al met één voet in het graf staan en te zwak zijn om de tweede erin te trekken.” Wat later grapte B.B. dat zijn kinderen niet dolgelukkig waren met zijn Blind Lemon Jefferson cover ‘See That My Grave Is Kept Clean" dat op zijn laatste album staat, maar desalniettemin zette hij er in Gent een beklijvende versie van neer. Tenslotte beweerde de zanger-gitarist dat hij het liefst als paard zou reïncarneren. Met een beetje goed karma moet zoiets lukken.
Qua setlist verschilde B.B. King’s optreden niet veel met zijn vorige passages in Brussel (2005 en 2006). We tekenden onder meer bevlogen versies op van ‘Let The Good Times Roll’, ‘I Need You So’, ‘Everyday I Have The Blues’ en het speciaal door Bono voor hem gekregen ‘When Love Comes To Town’. Op zijn 83ste blijft de blueskoning nog enorm goed bij stem. En als de meester nu en dan nog eens flink uithaalde op Lucille, ging de tent helemaal uit de bol. Alleen spijtig dat deze momenten misschien iets te schaars bleven en King het gitaarwerk nu en dan overliet aan zijn (overigens schitterende) bandleden.
Meer en meer nam B.B. the entertainer de overhand tijdens dit optreden. Met gespeelde verontwaardiging vertelde de Bluesreus hoe men hem in het verleden had verzocht Lucille ontrouw te zijn door hem proberen akoestisch te laten spelen. “The next morning Lucille broke all of her strings”. Het publiek moest er smakelijk om lachen. “I Love It When You Laugh”, stelde B.B. “ It Feels Like Money In My Pocket”.
King beklaagde zich ook dit keer over het vrouwonvriendelijke taalgebruik van sommige collega muzikanten en gaf de aanwezige mannelijke toeschouwers levenslessen in hoe men vrouwen echt diende te behandelen. Zo leerden we onder meer dat in dat verband de kamertemperatuur erg belangrijk is (“Ladies are funny ‘bout room temperature”). Tweede stap is het aanbieden van een glaasje. Vooral niet aandringen op alcohol als vrouwlief dit weigert. Neem dan liever een niet alcoholisch drankje en kap er zelf wat vodka bij. Daarna zet je wat muziek op – neen, geen BB King, some ‘good’ music’ - en als dit allemaal nog niet helpt… “put some more vodka in it”.
Daarna droeg de man uit Mississippi het massaal meegezongen “You Are My Sunshine” op aan alle dames in de tent en kroonde zichzelf hiermee min of meer tot womanizer van het jaar.
Na alle gekheid volgde nog één muzikaal hoogtepunt. Toen B.B.King zijn signature song ‘The Thrill Is Gone’ het publiek injoeg bleek het kot werkelijk te klein. Feestelijk uitgezwaaid door een dolle menigte verdween onze held in de coulissen. Een mooier afscheid was moeilijk denkbaar.
(Meer foto's)

China Moses brengt ode aan Dinah Washington

China Moses, dochter van jazzdiva Dee Dee Bridgewater, bracht een felgesmaakte ode aan Dinah Washington op de eerste dag van het Jazz Gent Festival. Als kind vond China de platen van Washington bij haar grootmoeder en raakte er als het ware door bezeten. Het mocht dan ook geen verrassing heten dat de jazzbelofte op haar debuutplaat ‘This One’s For Dinah’ eer brengt aan haar grote voorbeeld. Live werd ze hiervoor onder meer begeleid door pianist Rafaël Lemonnier. Je kon merken dat de jonge vocaliste goed naar de filmpjes van haar idool gekeken had want haar podiumpresence riep herinneringen op aan gouden jaren van de jazz. Ook vocaal deed China het bijzonder goed. Dat was onder andere te horen tijdens de mooie frasering van ‘Cry Me A River’ of in het swingend ‘Lover Come Back To Me’. Voor de grote Washington klassieker ‘What A Difference A Day Makes’ kwam Moses wel nog iets te kort. Maar de totaalprestatie bleef absoluut positief en leverde haar een daverend applaus op van het Gentse publiek. Het meisje was er zo door aangedaan dat ze amper genoeg woorden vond om de mensen te bedanken.
(Meer foto's)

zondag, juli 12, 2009

Simon Vinkenoog overleden in Amsterdam

Tweemaal had ik het geluk Simon Vinkenoog te ontmoeten. Een eerste keer op de 25ste Nacht van de Poëzie in Aarschot en de laatste keer op 17 december van vorig jaar, toen hij in de Passa Porta te Brussel zijn verzamelde werk voorstelde.
Het bericht van zijn overlijden stemt me droef. Sinds jaren heb ik grote bewondering voor deze bijzondere Nederlandse dichter en de laatste maanden volgde ik zijn blog bijna dagelijks op het internet. Simon, de dromer, de spraakwaterval, de kritische geest, de fantast, de levenskunstenaar, de dichter.... ik zal hem blijvend missen.
(Hier nog enkele foto's die ik van hem maakte)

donderdag, juli 09, 2009

Crosby, Stills & Nash: Drie koningen uit Woodstock in Vorst

In augustus zal het precies veertig jaar geleden zijn dat het Woodstock festival plaatsvond. Crosby, Stills & Nash, drie ongekroonde koningen die toen geprogrammeerd stonden op deze legendarische “Three Days of Peace & Music”, passeerden afgelopen dinsdag in Vorst Nationaal. Zij kwamen uit het westen…
Net voordat het concert begon nam een rijpere Amerikaanse blonde dame vlak naast ons plaats en vroeg onomwonden met wie wij dan wel geslapen hadden om op de eerste rij te mogen zitten. Wij lachten hier hartelijk om en stelden haar meteen dezelfde vraag, waarop zij doodserieus: “With Graham Nash, I’m married to him for twenty years.” Wisten wij veel!
Het eerste luik van het concert bestond uit een semi-akoestisch deel waarin het trio kon uitpakken met misschien wel hun sterkte wapen: de meerstemmige harmonieën die hen zo beroemd maakten. Bij de openingsnummers ‘Helplessly Hoping’ en ‘You Don’t Have To Cry’ bleek al gauw dat deze stemmen niet meer zo feilloos waren als weleer. Stephen Stills viel, vooral in het begin, op dat vlak meermaals door de mand terwijl Graham Nash nog wel zuiver klonk maar toch wat scherpte miste. Naarmate het concert vorderde viel alles gelukkig meer en meer in de plooi. Dit vooral dankzij David Crosby die, ondanks alle gezondheidsproblemen, als enige toch vocaal zijn oude niveau haalde.
Vroeg in de set volgden enkele covers die zeer binnenkort zullen verschijnen op een cd die het trio opnam met sterproducer Rick Rubin. Vooral ‘Ruby Tuesday’ ( van The Stones) en de Dylancover ‘ Girl Of The North Country’ konden onze goedkeuring wegdragen. Maar het publiek was natuurlijk vooral gekomen om de oude nummers te horen. ‘Guinnevere’ was zo’n klassieker die het goed deed. Het door Nash gecomponeerde ‘Our House’ had niet veel nodig om het publiek massaal aan te zetten om mee te zingen. Het trio trakteerde één keer op nieuw werk , het door Nash gezongen ‘In Your Name’ mag absoluut een aanwinst heten in de CSN catalogus.
“Als ik me iets enthousiaster gedraag dan de rest van het publiek komt dit omdat ik familie ben”, excuseerde mevrouw Nash zich. Ze klaagde erover dat het Nederlandse publiek in Amsterdam de avond voordien wat tam was geweest, terwijl de Fransen in de Parijse Olympia het kot bijna hadden afgebroken om hun waardering te tonen. Het enthousiasme van het Brusselse publiek vond Susan (want zo heette ze) “just wonderful”.
Na de pauze wilde Nash weten of we zin hadden in wat rock’n’roll en -guess what - dat hadden we! De tweede set klonk dan ook een stuk potiger met schitterende versies van onder meer ‘Long Time Gone’, ‘Déjà Vu’ en vooral ‘Almost Cut My Hair’. Stephen Stills soleerde machtig op de elektrische gitaar en de begeleidingsband met onder meer David Crosby’s zoon op keyboards en Joe Vitale aan de drums stonden garant voor kwaliteit.
Memorabel was zeker ‘Cathedral’, een vocaal meesterstuk dat stond als een euh… kathedraal. Aan het eind werd ook nog eens de klassieker ‘For What It’s Worth’ opgediept uit de Buffalo Springfieldperiode. Het publiek vroeg en kreeg meer. Bisnummers volgden: eerst een fantastische versie van ‘Wooden Ships’ waarin alle registers werden opgetrokken en tenslotte een laatste meezingmoment: ‘Teach Your Children’.
Het mag duidelijk zijn dat het leven sporen heeft nagelaten op dit drietal, maar hen live aan het werk zien blijft nog steeds een schitterende ervaring.
(Meer foto's en ook hier en hier)

dinsdag, juli 07, 2009

Leonard Cohen toont meesterschap in muziek, woord en gebaar te Antwerpen

Iemand had de wachtmuziek in het Antwerpse Sportpaleis zorgvuldig uitgekozen. Door de luidsprekers schalden Cohen’s beste songs in de versie van Yasmine, de zangeres en presentatrice waarvoor een dag eerder de uitvaartplechtigheid plaatsvond in het nabijgelegen Wilrijk. Toch was het verrassend dat de meester in hoogsteigen persoon zijn Antwerps concert in het geheel opdroeg aan deze Yasmine. Na het applaus voor dit bijzondere gebaar zette Cohen “Ain’t No Cure For Love’ in. Gezien de aard van de voorbije gebeurtenissen meteen het eerste kippenvelmoment.
Dit Antwerpse concert was reeds het vierde dat Cohen op Belgische bodem gaf binnen de tijdspanne van één jaar. Gedurende twaalf maanden maakte de 74-jarige Canadees een wereldtour die hem in Europa, Amerika, Australië & Nieuw Zeeland en nu weer terug in Europa bracht.
In vergelijking met zijn concerten in Brugge en Brussel vorig jaar tekenden we weinig verschillen op, maar helemaal hetzelfde was het nu ook weer niet. Dit keer vonden we geen spoor van ‘Heart With No Companion’, Avalanche’, ‘The Gypsy’s Wife’ en ‘Democracy’ terug in de setlist. Ook ‘Hey, That’s No Way To Say Goodbye’ werd (mogelijk om begrijpelijke redenen) geschrapt. In de plaats trakteerde Cohen ons wel op een hemelse versie van zijn klassieker ‘Chelsea Hotel No.2’, ooit nog voor Janis Joplin geschreven en een bijzonder intens ‘Waiting For The Miracle’.
Net zoals op de vorige concerten speelde de begeleidingsband ronduit subliem. We krijgen nooit genoeg van het virtuose spel van onder andere Javier Mas op gitaar en bandurria, Bob Metzger op elektrische gitaar, Dino Soldo op de ‘instruments of Wind’ en Neil Larson op keyboards en accordeon. Ook de engelachtige stemmen van The Webb Sisters en ‘collaborator’ Sharon Robinson zullen ons voor eeuwig bij blijven. Maar ondanks al die virtuositeit blijft de gouden stem van Cohen toch het machtigste wapen van het geheel.
Niemand anders dan Leonard Cohen haalt zoveel poëtische zeggingskracht uit zijn songs. Als een Bijbelse profeet betovert en ontroert hij met apocalyptische metaforen (‘The Future’), raakt hij het kruispunt van het goddelijke en het profane (‘Hallalujah’, ‘Suzanne’), onderwijst hij in levensfilosofie (‘Anthem’), bezingt hij de liefde of het gebrek daaraan (‘Dance Me To The End Of Love’, ‘So Long, Marianne).
En dan is er nog de stijl. De knappe verschijning van de oudere heer in zijn onberispelijk maatpak die meermaals (letterlijk) door de knieën gaat om zijn woorden kracht bij te zetten, Leonard die zijn vuisten balt, smekend naar de hemel staart of met een diepe buiging zijn hoed afneemt als respect voor de uitmuntendheid van zijn muzikanten. Elk woord, elk gebaar is klasse.
Hoogtepunten van een concert als dit vermelden is moeilijk; het hele optreden bestond uit één langgerekte climax. Maar als men ons toch zou verplichten er één song uit te kiezen, nomineren wij hiervoor graag ‘Who By Fire’, schitterend vertolkt en met een zalige langgerekte intro van Javier Mas.
Helemaal aan het eind van het concert verwees Cohen nog een laatste keer naar Yasmine: ‘May her spirit find rest…’ Toen bedankte de wijze man voor een allerlaatste keer, boog minzaam, nam nogmaals zijn hoed af en verdween met een minzame lach achter de gordijnen.
We zullen dit concert nooit of te nimmer vergeten.
(Meer foto's)

SETLIST
• Dance Me To The End Of Love
• The Future
• Ain't No Cure For Love
• Bird On The Wire
• Everybody Knows
• In My Secret Life
• Who By Fire
• Chelsea Hotel #2
• Waiting For The Miracle
• Anthem
Second Set
• Tower Of Song
• Suzanne
• Sisters Of Mercy
• The Partisan
• Boogie Street
• Hallelujah
• I'm Your Man
• Take This Waltz
First Encores
• So Long, Marianne
• First We Take Manhattan
Second Encores
• Famous Blue Raincoat
• If It Be Your Will
• Closing Time
Final Encores
• I Tried To Leave You
• Whither Thou Goest (a cappella)

vrijdag, juli 03, 2009

Leonard Cohen op Hydra

Prachtig stukje uit een BBC reportage (1988) waarin Leonard Cohen het Griekse eiland Hydra opnieuw bezoekt en vertelt over de jaren die hij er leefde met Marianne. Tussendoor zijn ook nog live-fragementen te zien van 'Who By Fire' en 'Bird On A Wire'.

donderdag, juli 02, 2009

Solomon Burke houdt het Soulvuur brandend op Couleur Café

Het kleurrijke Brusselse festival Couleur Café blijft één van de leukste van de hele zomer. Ook de 20ste editie bleek een schot in de roos. Op zondag stond onder meer de 69-jarige Rock & Soullegende Solomon Burke geprogrammeerd in de grote Univers tent. Wie deze gigant de afgelopen jaren reeds in Gent, Peer of Brussel aan het werk zag, werd overvallen door een sterk déjà vu-gevoel. De setlist bevatte geen verrassingen, de troon met kralen herkenden we meteen, twee vazen met rode rozen stonden ook nu weer zijdelings hiervan opgesteld, het oogverblinde glitterpak was niet nieuw… Maar gelukkig kan eenzelfde goed klaargemaakte schotel ook na verschillende keren net even goed smaken, op voorwaarde dat er wat tijd tussen zit. Burke verscheen (euh…, misschien een foute woordkeuze want zo snel ging dat nu ook weer niet) als vanouds met een grote groep virtuoze muzikanten op het podium (drum, bas, keyboard, hammond, twee gitaristen, twee viooldames, drie blazers en een achtergrondkoortje bestaande uit één dochter en één kleindochter).
Ook anno 2009 blijft de stem van Solomon ’s mans eigen gewicht in goud waard, meer zelfs the golden voice snijdt nog steeds door merg en been. Dat werd al meteen duidelijk in de pakkende ballad ‘That’s How I Got To Memphis’. Burke schakelde voortdurend tussen gospel, blues, rock, rhythm& Blues en natuurlijk soul, dit terwijl hij zelf kontwiegend en gesticulerend de massa opzweepte. Met ‘Cry To Me’ kreeg hij het publiek makkelijk op zijn (reusachtige) hand, net als met de Tom Waits-cover ‘Diamond In Your Mind’ (uit zijn indrukwekkende comeback album ‘Don’t Give Up On Me’ uit 2002).
Zo wist de Soul Kolossos moeiteloos de ambiance erin te houden met prachtsongs als het van Brian Wilson geleende ‘Soul Searchin’’. Daarna pakte de zanger, die letterlijk en figuurlijk voor twee kan tellen, uit met een paar rock&soulmedleys die stilaan tot zijn handelsmerk beginnen te horen: ‘Sittin’ On The Dock Of The Bay / Stand By Me / The Midnight Hour’ en ‘Proud Mary / Lucille / Good Golly Miss Molly’.
Tussendoor mocht dochter Candy Burke even schitteren in wat wij al eens ‘de jeannettendisco’ durven te noemen: ‘I Will Survive’. Ook nu weer had The Bishop of Soul enkele gewichtige preken voor ons in petto (de man oefent trouwens nog steeds in zijn eigen kerk in San Fernando Valley (Zuid-Californië). “Are You With Me?”, wilde de soulgod dan voortdurend van ons weten. En jazeker, dat waren wij!
Burke, tevens bezitter van een keten van begrafenisondernemingen, bleek daarenboven goed geplaatst om een korte herdenkingsrede te houden voor zijn overleden vriend Michael Jackson (die samen met hem in 2001 werd opgenomen in de Rock’n’Roll Hall of Fame). ‘Don’t Give Up On Me’ gold als een emotioneel afscheidslied, opgedragen aan de King Of Pop.
Ook mooi: ‘Stepchild’, een bluesparel die niemand minder dan Bob Dylan schreef voor Zijne Zwaarlijvigheid. Ondertussen nodigde Solomon ook nu weer enkele tientallen toeschouwers uit om naast en achter zijn troongestoelte te komen uitfreaken op het podium. Deze lieden kregen hiervoor een welverdiende rode roos als geschenk. Het overschot aan bloemen en glitterkraaltjes slingerde dochter Candy in een vrijgevige bui vakkundig het publiek in.
Na feestelijke versies van ‘Somebody To Love ‘ en ’When The Saints Go Marching In’ deed Solomon met enige moeite troonsafstand en liet zich tevreden in een rolstoel zakken. Onder een daverend applaus werd de zanger daarna onherroepelijk van het podium gerold.
Het mag vreemd lijken maar ook al kennen wij Burke's trukendoos nu al stilaan van binnen en van buiten, we genoten toch weer van elk moment van dit optreden en dat zal meer dan waarschijnlijk in de toekomst ook het geval zijn. Dit soort zwarte muziek blijft niet alleen gemakkelijk aan het hart kleven, maar raakt immers ook de ziel. Blijft enkel nog de vraag: Are You With Me?
(Meer foto's)