Australiër, singer-songwriter, multi-instrumentalist en milieuactivist Xavier Rudd was reeds aan zijn vierde optreden toe in de Ancienne Belgique en de man kan ondertussen rekenen op een steeds groter wordende schare Belgische fans. Het concert bleek alweer dagenlang uitverkocht.
De zanger werd door PETA in 2007 verkozen tot 'werelds meest sexy bekende vegetariër' en misschien was het daarom niet geheel toevallig dat zich op de eerste rijen bijzonder veel jonge vrouwen geposteerd hadden. Het mannelijke publiek bestond vooral uit groene jongens (waarvan sommige deze kleur duidelijk nog droegen achter hun oren, of in de andere gevallen achter hun dreadlocks).
Rudd staat er verder voor bekend een one-man band op zich te zijn, maar deed deze keer toch beroep op Izintaba, een Zuid-Afrikaans duo bestaande uit Tio Moloantoa op elektrische bas and Andile Nqubezelo op drums. Samen zorgden ze voor een ritmesectie uit gewapend beton, die tegelijk toch subtiel en kneedbaar genoeg bleek om modern en funky te klinken.
Rudd startte zijn set met ‘The Mother’, een song uit zijn album ‘Food in the Belly’ (2005). De Australiër blies op zijn didgeridoo’s en even dachten wij dat er een Nightboat to Caïro zou gaan vertrekken. Niets was echter minder waar. Naar het schijnt zou Xavier dit Aboriginal instrument hebben leren bespelen door te oefenen op een stofzuigerhals. Of zoiets gezond is laten we in het midden maar wat onze vriend uit deze houten pijpen haalt klinkt zondermeer indrukwekkend. Daarnaast geselde Rudd zijn Weissenborn slide-gitaar dat het een lieve lust was. De waarde van de Zuid-Afrikanen werd meteen duidelijk: hun vette grooves veroverden de AB als betrof het hier een precisiebombardement.
Het van wilde ritmes en gezangen voorziene ‘Message Stick’ mocht Nqubezelo benutten om flink te keer te gaan op zijn djembe. Dit feestje van de wereldmuziek stond echter in groot contrast met het prachtige ‘Energy Song’ (voor de gelegenheid opgedragen aan de geesten van de overleden slachtoffers van de grote Belgische treinramp). Hierin stelde Rudd zijn meer rustige kant bloot. Verbeeldt u hierbij een hedendaagse Paul Simon en u komt aardig in de buurt. Dat gold ook voor het intimistische ‘Messages’, hier gekoppeld aan ‘Guku’.
Vervolgens stelde Rudd ons een paar nummers voor van zijn nieuwe, nog te verschijnen plaat ‘Koonyum Sun’. Eentje daarvan, ‘Fresh Green Freedom’ met Xavier op de elektrische gitaar leunt wat tegen reggae aan, wat meteen de vergelijkingen tussen Rudd en Marley kracht bijzette.
Tijdens ‘Foot in the Belly’ mocht onze vriend eerst nog eens lekker te keer gaan op zijn Weissenborn slide, om het daarna op een wild dansen te zetten, samen met een tiental gelukkige toeschouwers die hij hiervoor uit het podium plukte. Daarna was het tijd voor Rudd’s bekende hymne ‘Let Me Be’, in een fantastische versie, luidkeels door het publiek meegezongen.
Bissen deed Xavier Rudd & Izintaba eerst met een bezwerend ‘Pockets of Peace’ waarin hij zijn didgeridoo’s bij momenten als jachtbommenwerpers liet weerklinken. Hierop volgde een loeiharde versie van ‘Footprint’, met bassist Moloantoa in een glansrol, waarin Rudd & Band het begrip "Aboriginal Funk" krachtig definieerden. Het rustige ‘Green Spandex’ sloot dit sterk concert mooi af. Dat we Xavier Rudd & Izintaba spoedig terug zullen zien op andere Belgische (festival) podia leidt bijna geen twijfel. Deze charismatische man is helemaal klaar voor het grote werk. (Meer foto's)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten