Traditiegetrouw mag de band die het vorige jaar uitkwam als laureaat van de wedstrijd Jong Jazz Talent Gent het festival openen. We maakten graag kennis met het Nathan Daems Quintet dat zijn ontstaan te danken heeft aan het Gentse conservatorium waarop enkele leden mekaar leerden kennen. Het kwintet begon merkwaardig als duo aan de set met Nathan op sopraansax en Simon Segers aan de drums en creëerden een Oosters aandoend sfeertje. Nadien vervoegden Bart Vervaek (gitaar), Sebastiaan Gommeren (bas) en Fulco Ottervanger (piano) het aanvankelijke duo. Vooral deze laatste deed zich opmerken op de keyboards als knoppentovenaar waardoor hij misschien iets te veel aandacht naar zich toetrok. Nathan Daems, die wisselde tussen sopraan- en tenorsax, blies het hele concert op niveau en weet zich te handhaven als een de onverstoorbaar frontman van de groep. Zijn bindteksten verwoordt hij nog wat schuchter ("en nu Libanees jazz walske om iedereen gerust te stellen") maar zijn talent zal ervoor zorgen dat hij binnen het circuit zijn plaats zal vinden. Tijdens eigen composities van Fulco Ottervanger klinkt hun muziek nogal experimenteel of misschien beter hedendaags. De Oosterse, vaak Arabische, invloeden die vaker opduiken maakt het allemaal wel interessant. Dat het voor Nathan en zijn kompanen een hele eer was dit festival te mogen openen konden we wel begrijpen.
Als tweede act op het festival stond de Franse Michel Portal geprogrammeerd. Portal is een grote naam binnen de Europese jazz en zelfs binnen de klassieke muziek. Hij werkte onder meer samen met Karlheinz Stockhausen, toch ook één van de meesters van de 20ste eeuwse ernstige muziek. Een zekere ernst typeert deze Fransman wel die vaak met gesloten ogen op het podium staat alsof hij alle klanken die hijzelf samen met zijn groepsleden produceren diep in zichzelf opneemt om daarna al dan niet bij te sturen. Mits enkele handgebaren of subtiele blikken leidt hij zijn band die bestaat uit Nasheet Waits (drums), Harish Raghavan (bas), Bojan Z (piano) en Ambrose Akinmusire (trompet). Zelf wisselt de Fransman tussen sopraansax en basklarinet. Vooral via dit laatste instrument maakt hij diepe indruk. Jammer wel dat hij zijn bandoneon thuis liet want naar het schijnt blinkt hij ook hierin uit. Tijdens dit concert stelt Portal zijn jongste album voor 'Bailador'. De muziek klinkt complex, soms wat intellectualistisch maar bevat desalniettemin vele boeiende momenten. Straf bijvoorbeeld hoe Portal, opgejaagd door helse ritmes duelleert met zijn jonge trompettist en deze het vuur aan de schenen legt. Het Gentse publiek lust hier wel pap van en beloont het ensemble met een daverend applaus.
Toch, ere wie ere toekomst, zitten de meeste aanwezigen te wachten op de sympathieke, bijna 81-jarige Sonny Rollins, bijgenaamd Saxophone Colossus of zeg maar de laatste levende Jazz Gigant uit de generatie Coltrane / Monk / Davis / Roach met wie hij allen samenspeelde en opnam. De verdiensten van deze artiest voor de Jazzwereld kunnen met geen woorden overschat worden. Ter illustratie: thuis hebben we niet minder dan 56 cd's van deze grootheid in de kast staan en dat is slechts maar een gedeelte van zijn totale oeuvre. Een droom ook voor festivaldirecteur Betrand Flamang die in vervulling gaat, want Rollins stond uiteraard al eerder op the wishlist van het de Gentse festival. Helaas doet Sonny niet zoveel concerten meer, en misschien was dit dan ook de allerlaatste kans om deze Jazz legende te strikken (al hopen we vurig van niet). Maar we moeten realistisch zijn. De laatste zestien jaar zagen we Rollins slechts vier keer op Belgische bodem, drie keer in Bozar Brussel en nu dus in Gent. Hoewel kansberekening niet aan ons besteed is leek het ons op z'n minst een goed idee om vriend en vijand te overtuigen dit concert absoluut niet te missen.
Eerste vaststelling: Sonny Rollins treedt in Gent aan met een bijna volledig nieuw kwartet muzikanten in vergelijking tot zijn laatste Brusselse concert in 2007. Alleen bassist en boezemvriend Bob Cranshaw is erbij. Cranshaw is voor Rollins wat Tony Garnier voor Bob Dylan is, een vaste waarde die al decennia meegaat. In het geval van Cranshaw zelfs vijf decennia. Deze bescheiden meesterknecht is slechts twee jaar jonger dan zijn baas, al zouden de meesten hem een stuk jonger inschatten, maar Rollins lijkt vastberaden om zijn vriend aan boord te houden. Vreemd genoeg is vaste trombonespeler Clifton Anderson wel (tijdelijk?) verdwenen uit de bezetting. In de plaats van dit alles kiest Sonny naast bassist Cranshaw dit keer voor drummer Kobie Watkins, percussionist Sammy Figueroa en gitarist Peter Bernstein, stuk voor stuk waardige muzikanten die geen egotripperij hoeven.
Rollins, die er vandaag met glazend wit hemd en grijs Afrokapsel wat uitziet als God de Vader, begint zijn set met twee nieuwe composities waarvan eentje naar eigen zeggen "Pantanjali" heet (genoemd naar een belangrijke Indische Yoga geleerde). Meteen maakt hij hiermee een duidelijk statement dat hij geen retro artiest is, maar eentje die blijvend op zoek gaat naar vernieuwing. Spijtig genoeg duiken er tijdens het eerste nummer wat problemen op met de microfoon maar men is er snel genoeg bij om Sonny te depanneren.
Het valt ons op dat Sonny wel fysiek een stuk verouderd lijkt tegenover zijn laatste concert in Brussel en wat slecht ter been loopt, maar dat neemt niet weg dat hij zijn instrument nog steeds krachtig weet te beroeren. Vooral als hij tijdens het derde nummer één van zijn typische calypso's inzet herwint Sonny zijn sterkte. Ongelooflijk hoe hij die onnavolgbare stroom noten en klanken aan mekaar blijft rijgen om telkens schijnbaar te verdwalen in zijn eigen improvisaties maar achteraf toch altijd weer op zijn pootjes terecht komt. Zelfs nu nog, op hoog bejaarde leeftijd, kan Sonny zijn tenorsax laten hijgen, grommen, blaffen, tieren en ronken zoals niemand anders dat kan. Meesterlijk!
Daartussen geeft hij ruim kansen aan zijn muzikanten om met hun eigen kunsten uit te pakken. Vooral gitarist Bernstein en drummer Watkins maken hiervan gretig gebruik maar in alle bescheidenheid en zonder echter de show te willen stelen.
Ook tijdens een rustig ingezette ballad accelereert Rollins na een tijdje en blaast de ziel uit het lijf. Geen enkele muzikant die wij kennen, of hij zou Toots Thielemans moeten heten, wordt al spelende zo één met zijn instrument. Als een muzikale Hunchback of Notre Dame kromt en strekt de jazzreus ritmisch de rug alsof hij zichzelf wil stroomlijnen met zijn saxofoon. Het zijn beelden die ons voor altijd zullen bijblijven.
Geen 'St Thoma's of 'Tenor Madness' dit keer op de setlist maar Sonny weet feestelijk af te sluiten met 'Don't Stop The Carnival', opnieuw een calypso en tegelijk één van zijn signature songs. Door de vurige uithalen uit zijn sax en wat bescheiden danspasjes die hij daarbij uitvoert laat hij de Gentse tent swingen dat het een lieve lust is. Ruim voldoende voor een staande ovatie terwijl het publiek beseft dat men hier één van de allerlaatste jazziconen van de Grote Generatie aan het werk heeft gezien. (Meer foto's)
Shake
Geen opmerkingen:
Een reactie posten