vrijdag, oktober 14, 2011

Crosby & Nash: grootmeesters van de meerstemmigheid

Iets meer dan een jaar geleden speelden David Crosby en Graham Nash nog samen met hun spitsbroeder Stephen Stills in Vorst Nationaal. Nu stonden ze er met hun tweeën voor, toch werd het een beter concert. Dit had enerzijds te maken met de vocale vorm van Crosby die nu een stuk beter uit de verf kwam en anderzijds met de kwaliteit van hun vierkoppige begeleidingsband, bestaande uit stergitarist Shane Fontayne, bekend van zijn werk voor Springsteen begin jaren '90, bassist Kevin McCormick, weggelopen uit Jackson Brown's band, drummer Steve DiStanislao die zijn sporen verdiende bij David Gilmour en tenslotte James Raymond op keyboards, de zoon van David Crosby.
Warm verwelkomd door hun Brusselse fans beginnen de Woodstock-veteranen opvallend stevig met 'Eight Miles High', de Byrdsklassieker waarin Crosby nog een hand had. "We have a lot of music to play tonight, " belooft Crosby (een belofte die hij en zijn dikbuikige vriend later, na meer dan twee en een half uur muzikaal entertainment, ook weten waar te maken). Maar eerst nemen beide artiesten wat gas terug met het mooie 'I Used To Be a King', gezongen door Nash en voorzien van subliem werk van Fontayne op leadgitaar. Deze laatste zal overigens het hele concert lang blijven schitteren op zijn instrument. Wie zulk een begenadigd gitarist in zijn rangen heeft staan, heeft overigens steeds al half gewonnen.

Herkenningsapplaus volgt voor een eerste hoogtepunt in de vorm van een glansrijk geserveerde versie van 'Long Time Gone', gevolgd door het gezellige 'Marakesh Express', dat ons niet zozeer naar Marokko doch eerder naar de groene weiden van Woodstock, NY voert. Ondertussen laat Graham weten dat het voor hem een eer is in de stad van zijn lievelingsschilder Rene Magritte te mogen optreden. Het Belgische publiek reageert lauw en schijnt zijn eigen helden nauwelijks  te kennen. Wanneer Nash zich wat later luidop afvraagt waarom iemand op de vierde rij hem met een verrekijker zit te beloeren ("Do you want to see us THAT close?") krijgt hij het Circus wel aan op zijn hand. Crosby kan het niet nalaten nog wat humor toe te voegen door te suggereren dat die man mogelijk hun neusharen zit te tellen. Eventjes lijken Crosby & Nash de hippieversie van Laurel & Hardy, geen kat die dit erg vindt. Een ander grappig moment doet zich voor wanneer een harde fan plotsklaps 'I Love You' naar (één van?) beide heren roept, reageert Nash droogjes met "I would like your sister to yell that".
Het duo vervolgt met enkele minder bekende recentere songs als 'Old Soldier', het Neil Youngachtige 'Don't Dig Here' (over het dumpen van nucleair afval) en 'Wind On The Water' (over het vernietigen van het leven in onze oceanen). Verder spreken de grijze heren zich tussendoor ook uit voor de Occupy Wall Street beweging en tegen de oorlogswaanzin. Muziek en engagement voor een betere wereld blijft voor hen nog vaak hand in hand gaan, zoveel is duidelijk.

Na een korte pauze pakken Crosby & Nash het Circus opnieuw in met eerst een potige versie van Crosby's 'Almost Cut My Hair', daarna het mooie akoestische intermezzo 'Simple Man' en vervolgens het prachtige 'Guinnevere', vocaal geschilderd als een middeleeuws icoon en een waarlijk hoogstandje van meerstemmigheid. Aan dit handelskenmerk van C&N hebben groepjes als Fleet Foxes, zoniet alles, dan toch zéér veel te danken. En de heren trekken nog verder door op hetzelfde elan via de Beatlescover 'Blackbird', waarbij onze protagonisten samen met Shane Fontayne rondom één en dezelfde microfoon het lied naar hemelpoorten van de close harmony zingen.
Het sentimentele 'Our House' is zoals te verwachten dé publiekslieveling van de avond. Nash voegt er met veel gevoel voor ironie aan toe dat, indien hij vooraf had geweten dat dit nummer zulk een grote hit zou worden, dat hij er dan vast en zeker een betere song van zou hebben gemaakt. Daarna kondigt een breed glimlachende David Crosby, die meer en meer begint te lijken op een Rembrandiaanse figuur, een nummer aan dat hij in decennia niet meer live heeft gespeeld: 'Laughing'. Tenslotte volgen nog een handvol nummers, waaronder enkele grote klassiekers als 'Cathedral', 'Deja Vu' en als enige bisnummer het countrygetinte 'Teach Your Children'. Met dit langdurend maar smaakvol concert bewezen David Crosby en Graham Nash niet alleen dat ze songs (mee)schreven die eeuwigheidswaarde bezitten maar ook dat ze nog steeds onmiskenbaar tot de grootmeesters van de meerstemmige samenzang behoren. Tot in de gloriaaaa!

Shake

1 opmerking:

Anoniem zei

Schitterende lectuur! Had er graag bij geweest.