Eerste vraag: Heeft deze Byrd iets met palmen? Net zoals op R&B Peer enkele jaren geleden stonden er nu weer enkele groene kamerplanten opgesteld, maar dat was waarschijnlijk om het veel te grote podium toch wat intiemer te maken.
Met zijn rode 12-strings Rickenbacker om de nek kwam McGuinn, geheel in zwarte outfit en met een boswachterhoedje op het hoofd, de Gentse planken opgewandeld op de tonen van het van Bob Dylan geleende 'My Back Pages'. Als iemand het oeuvre van Dylan toegankelijk gemaakt heeft voor radio airplay dan zullen het The Byrds wel geweest zijn. Nog steeds steekt Roger de bewondering voor zijn almachtige goeroe niet onder stoelen of banken. Na een mooi akoestisch 'She Don't Care About Time' vertelt McGuinn hoe hij een gekregen kladje van Dylan bijna aanbad als was het The Holy Grail om het nadien te transformeren tot 'Ballad of Easy Rider', bedoeld voor de gelijknamige film uit 1969.
Onze vriendelijke Hoofdvogel wisselt met de regelmaat van een klok zijn Rickenbacker af met de speciaal voor hem ontworpen zevensnarige (!) akoestische gitaar. De hele avond zal verder blijken dat Roger een begenadigd gitarist is. Toch schiet hij als solo performer wat te kort. Hij speelt zijn liedjes rechttoe rechtaan maar mist toch wat bevlogenheid. Meestal oogst hij een beleefd applaus, maar zelden meer dan dat. De vlam in de pan krijgen we nooit, zodat werkelijk enthousiaste reacties uitblijven en het toch allemaal iets te braaf blijft.
McGuinn legt zijn jeugd en vroege invloeden bloot met versies van 'St. James Infirmary Blues', de Woody Guthrie song ' Pretty Boy Floyd' en het van Lead Belly en Lonnie Donnegan bekende 'Rock Island Line'. Daarna komen nog een reeks Bob Dylan adaptaties aan bod: 'All I Really Wanna Do' bijvoorbeeld waaronder McGuinn en zijn vogelvrienden een flinke Beatle Beat plaatsten, het countrygetinte 'You Ain't Goin' Nowhere' en -als piece de resistance- 'Mr Tambourine Man'.
Natuurlijk maakte de sympathieke Vogel ons ook deelgenoot in de glorie van de grote Byrds klassiekers. 'Chetnut Mare', '5D', 'Mr Spaceman, 'I Feel a Whole Lot Better', 'Eight Miles High' (een knipoog naar 'Eight Days a Week' van The Beatles) en het zweverige 'Turn, Turn, Turn': één voor één toch allemaal wereldklassiekers van formaat. Des te jammer dat McGuinn deze nummers solo moest performen, we misten toch wel het vroegere groepsgeluid en vooral de magistrale samenzang van de originelen. Ook minder bekend Byrds materiaal kwam aan bod via het mooie, samen met Gene Clark geschreven, 'Get To You' (uit de magistrale plaat 'The Notourious Byrd Brothers') en het hilarische 'Drug Store Truck Drivin Man' (ook wel bekend van de versie die Joan Baez hiervan neerzette op Woodstock).
Daarnaast blikte McGuinn terug op zijn solo carrière via onder meer de piratenhymne 'Jolly Roger', naar eigen zeggen bijzonder populair ten tijde van zijn deelname aan Bob Dylan's Rolling Thunder Revue, het van Joni Mitchell geleende 'Dreamland', de rocker 'Lover On The Bayou' en het nauwelijks bekende 'Parade Of Lost Dreams'.
Samengevat kunnen we zeker stellen dat het wederom een genoegen was om deze muzieklegende in ons midden te hebben. Toch was de man beter tot zijn recht gekomen middenin een ruimere orchestratie. Of met andere woorden: gevogelte kan best lekker zijn maar smaakt nog meer met wat verse groentjes en een portie friet erbij. Cheers!
Shake
Geen opmerkingen:
Een reactie posten