donderdag, november 25, 2010

Crossing Border 2010: een vat vol ontdekkingen

(Klik om te vergroten)

Voor het tweede jaar op rij vond in de Antwerpse Arenbergschouwburg de slotdag van Crossing Border plaats, een bijzonder interessant cultureel festival dat overgewaaid komt uit het Nederlandse Den Haag en gericht is op een mengvorm van muziek, literatuur en film. Het eerste wat dit jaar opviel is dat de aanwezigheid ietsje lager was dan het voorbije jaar hetgeen ervoor zorgde dat je voor één en ander minder lang moest aanschuiven. Een verademing dus maar toch waren bij momenten de kleinere zalen (zoals The Hideout) ook nu weer overvol en kon je maar beter goed op tijd zijn om het concert van je keuze in ideale omstandigheden mee te maken. Kiezen bleek trouwens niet makkelijk want ook dit jaar stond er allerlei moois geprogrammeerd en aangezien er toch redelijk wat overlap in de programmatie hing kon je maar beter vooraf een wenselijk parcours uittekenen. Dit had onvermijdelijk tot gevolg dat we artiesten en groepen als Jesse Malin, Timber Timbre en Spoon helaas moesten missen, maar in de plaats daarvan kregen we enkele schitterende andere, soms heel verrassende, optredens te zien, waarover akte.

Na de poëziekunsten van het fraai ogend dichteresje Lies van Gasse stond in de grote zaal de groep Villagers op het programma. Zanger Conor O'Brien, gehuld in gestreept pulloverke en begeleid door een vierkoppige band, deed persoonlijk verslag over de slechtheid van de mens door middel van liedjes uit zijn debuutplaat 'Becoming A Jackal'. Het vroeg in de set gespeelde 'The Meaning Of A Ritual' klonk alvast bijzonder intens en lyrics als "My love is selfish/ And it cares not who it hurts/ It will cut you out to satisfy its thirst" lieten geen mens onberoerd. Helaas zagen we maar een kort stukje van dit optreden omdat we ons voorgenomen hadden om zeker geen seconde van het concert van BP Fallon & Band te missen dat deels samenviel met Villagers.

DJ, schrijver, zanger, manager, radiomaker, fotograaf en inspirator BP Fallon is dan ook een figuur die tot de verbeelding spreekt. De man werkte ooit nog voor The Beatles bij Apple (waar hij volgens de legende o.m. de wiet testte van McCartney). Later leverde Fallon hand- en spandiensten voor legendarische groepen als T.Rex, Led Zeppelin, Thin Lizzy en U2. In een productie van niemand minder dan Jack White bracht Fallon recent een 7" album ('Fame #9') uit waarin hij het spoken word genre opnieuw leven inblaast. In Antwerpen kregen de woorden van BP muzikale ondersteuning van een ijzersterke band waarin Nigel Harrison (Ex-Blondie) op bas en Aaron Lee Tasjan (The New York Dolls) op elektrische gitaar het mooie weer maakten. Vooraan in de set hoorden we het fantastische 'I Believe In Elvis Presley', een soort geloofsbelijdenis van de man zelve en mogelijk misschien van een hele generatie. 'Time Will Not Go On Forever' bezweerde Fallon ons even later op Warhol-achtige wijze en hij deed dit op de tonen van wat we zouden durven noemen een huppelende Johnny Cash gitaar. Tijdens 'The War To Fight For Love' liet gitarist Tasjan het beste van zijn kunnen horen en een nummer met een retorische titel als 'Does Anyone Care What Anyone Says In Rock'n'Roll?' ontpopte zich tot een vrolijke meestamper. Afsluiten deed BP Fallon & Band met een nummer opgedragen aan Van Morrison en zijn mythische Gloria, waarna wij het aangename gevoel kregen dat Prof Fallon al die tijd een stukje muziekgeschiedenis had gedoceerd. Schitterend.

Wat later staken we ons licht op bij de Smoke Fairies (de groepsnaam verwijst naar de ochtendnevel op de Britse eilanden) waarin het vrouwelijke duo Jessica Davies en Katherine Blamire (de blonde en de bruine) alle aandacht naar zich wisten toe te trekken. De glasheldere samenzang van beide vrouwen betoverde ons meteen. Zelden hoor je twee stemmen die beter bij elkaar passen en wanneer deze zich gezamenlijk storten op een collectie beklijvende folkmelodieën is het helemaal raak. De Fairies klinken soms wat etherisch maar zelden zoals Enya. Stel je bij hen eerder de sfeer van The Cowboy Junkies voor, met een dubbele Margot Timmens aan de microfoon en weinig tempowisselingen. Bijzonder is wel het gitaarspel van deze dames waarin zowel folk- als bluesinvloeden te bemerken zijn. De toon van de lyrics zouden we ook eerder als donker omschrijven. Songs als het bezwerende 'Erie Lackawanna' en afsluiter 'Hotel Room' overtuigden ten zeerste en dienen gerekend te worden tot de hoogtepunten van een gesmaakte set.

Een flink stuk van het concert van Low, de groep afkomstig uit het mythische Duluth in Minnesota, pikten we graag mee. Het aangrijpende 'Silver Rider', onlangs nog gecoverd door niemand minder dan Robert Plant, bleek achteraf misschien wel het sterkste nummer. Alan Sparhawk en zijn vrouw Mimi Parker aangevuld met bassist Steven Harrington putten zowel uit ouder werk (de recentste cd dateert van 2007) als uit nieuwe songs van een nog te verschijnen album. De gruizige gitaar van de Sparhawk en de koele paukenslagen van Parker hielden ons een tijdlang in de greep maar na een tijd ebde te spanning toch enigszins weg.

Na een korte maar boeiende set van de virtuoze contrabassist Joris Vanvinckenroye (alias Basta!) en de gesmaakte humor van de Nederlandse absurdist Ronald Snijders was het de beurt aan de Amerikaanse groep Local Natives om de grote zaal (lees: La Zona Rosa) onder stoom te zetten. Veel belangstelling overigens voor deze band uit L.A. en dit konden we achteraf best begrijpen. Als een bende losgeslagen wilden (cfr groepsnaam!) wierp dit heerlijke quintet zich geëngageerd in de strijd en ze wisten aldus snel alle harten voor zich te winnen. Local Natives klinkt vooral eigentijds. De vergelijkingen met Fleet Foxes, Grizzly Bear, Mumford & Sons, Vampire Weekend en op nationaal vlak zelfs enigszins met School Is Cool hangen meteen overal in de lucht. Maar desalniettemin is deze band vooral zichzelf. Hun geheim? Opzwepende drums, beklijvende meerstemmige zangpartijen, heldere gitaren en pakkende folkpop songs. Nummers als 'Wide Eyes' en de fijne Talking Heads cover 'Warning Sign' bezaten genoeg overtuigingskracht om ons meteen hun debuutplaat 'Gorilla Manor' te doen aanschaffen, bij deze ook warm aanbevolen.

De vederlichte bubblegum-pop van Twin Sister kon ons daarna nog amper bekoren. Akkoord, het lieftallige zangeresje, gehuld in een beige lange wollen trui, oogde charmant en deed ons een beetje denken aan iemand als Lio, maar dan in het blond. De met synths en elektronica opgesmukte muziek deed ons echter snel afhaken.

Als slotconcert kozen we voor Ed Harcourt in de veel te kleine Hideout zaal. Deze bijzondere Engelse artiest timmert al tien jaar aan de weg en heeft reeds een zestal albums op zijn actief. Vaak hoor je vergelijkingen met Tom Waits over hem de ronde doen en dat kunnen wij slechts gedeeltelijk beamen. Harcourt speelt inderdaad net als Waits op sommige nummers piano en durft ook wel eens alle registers open te gooien maar zelf vinden we een vergelijking met een figuur als John Cale (ten tijde van 'Paris 1919') meer gepast. Maar het dient gezegd, Ed Harcourt is vooral ook helemaal zichzelf. Voor elke song kiest hij het passende instrumentarium en op het podium doet hij dat overigens allemaal zalig in zijn eentje. De ene keer speelt hij piano, de andere keer kiest hij voor gitaar. Af en toe maakt hij gebruik van een machine die loops opneemt en deze reproduceert. Drums, percussie, zelfs vleugjes trombone worden op die manier opgenomen en terug afgespeeld. Dit duivel-doet-al-principe geeft Harcourt extra overtuigingskracht en op die manier blijft hij song na song boeien. Uit zijn laatste uitstekende plaat 'Lustre' kregen we onder meer prachtige versies voorgeschoteld van het intieme 'Killed By The Morning Sun', het overdonderende 'Fears of a Father' en het spannende 'Heart of a Wolf', waarin we als publiek naar hartenlust mocht meehuilen met de wolven. Het gejank dat dit opleverde klonk zo aandoenlijk dat we in geen geval in roodkapje's schoenen hadden willen staan. Whoooooooow!

Na deze bijzonder geslaagde editie van Crossing Border houden we onze agenda alvast scherp voor november 2011. (Meer foto's)

Shake

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Alsof we er bij waren!
Op dezelfde dag was Phosphorescent voor mij een heel geslaagd optreden. The National vond ik persoonlijk beneden de verwachting, maar het overgrote deel van het publiek leek het wel tiptop te vinden.
Dit weekend is Autumn Falls voor het eerst in enkele Brusselse concerthuizen. Vooral vrijdag in Cirque Royale ziet het er schitterend uit. Op zaterdag ga ik voor Beach House, maar ik vermoed dat dit weekend naast de klepper Lambchop de verrassingen voor mij nog even in petto houdt met namen als Pearly Gate Music, Blitzen Trapper, Lower Dens, Junip en Sleepy Sun.

Shaketownman zei

Bedankt, Pietje!