maandag, februari 28, 2011
Suze Rotolo (1943-2011) R.I.P.
“Meeting her was like stepping into the tales of 1,001 Arabian nights. She had a smile that could light up a street full of people and was extremely lively, had a particular type of voluptuousness—a Rodin sculpture come to life. She reminded me of a libertine heroine. She was just my type.” - Bob Dylan about Suze Rotolo (1943-2011) (More Pics)
zondag, februari 27, 2011
Tony Joe White overtuigt met nieuwe songs en oude klassiekers
Net alvorens de Leuvense muziektempel een hele tijd zal sluiten omwille van broodnodige verbouwingswerken ontving Het Depot afgelopen dinsdagavond onze favoriete moerasvos, beter bekend onder de naam Tony Joe White. Iets meer dan twee jaar geleden stond de man op dezelfde planken in de bierstad en stelde toen zijn album 'Deep Cuts' voor. Intussen bracht White al twee aardige nieuwe schijfjes uit: een representatief live-album opgenomen in Amsterdam en een nieuwe studioplaat luisterend naar de naam 'Shine'. Vooral dit laatste album is één van zijn beste van de laatste jaren en dit maakte ons natuurlijk erg benieuwd naar het concert.
Een Leuvens duo dat opereert onder de naam Delvis mocht het publiek opwarmen en deed dit eerder matig met enkele geleende nummers van onder meer Nick Drake en Jeff Buckley. Misschien goed genoeg voor een bruin studentencafé maar hier schoot deze act toch helaas wel wat tekort.
Daarna duurde het een hele tijd vooraleer Tony Joe ten tonele verscheen. Eindelijk aangekomen nam de Amerikaanse singer-songwriter plaats op z'n stoeltje terwijl hij het publiek zoals gebruikelijk begroette met een aanstekelijk “How y’all doing?“
Gelukkig wordt het wachten ook beloond. De bluesman, in krek dezelfde outfit als twee jaar geleden, dus met zonnebril en cowboyhoed, steekt solo van wal met een aardedonker 'Way Down South', dat meteen ook letterlijk richting geeft aan het soort muziek waar deze man goed in is. Het daaropvolgende 'Roll Train Roll' dendert verder zuidwaarts op de tonen van White's oude Stratocaster, waarna onze man hulp en bijstand krijgt van een fantastische drummer die voor de rest van de avond perfect zal blijven begeleiden. De eerste droge mokerslagen in deze Black-Box-Revelation-formatie worden uitgedeeld tijdens 'Undercover Agent For The Blues' maar het is wachten tot de geweldige klassieker 'Roosevelt and Ira Lee' uit de luidsprekers barst vooraleer het publiek echt van zich laat horen.
White voelt zich ondertussen helemaal thuis in de Dijle moerassen en peddelt tussen oud en nieuw werk terwijl hij de kwaliteit constant hoog houdt. 'Season Man', een nummer uit 'Shine', waarin de gitarist vaak subtiele Knopfler-achtige streepjes uit z'n instrument plukt, blijkt zelfs een hoogtepunt. Dat kan ook gesteld worden over het meeslepende 'Tell Me Why', alweer een nieuwe song die alles heeft om het tot een TJW-klassieker te schoppen. Zij misstaan zeker niet tussen oudere bluesnummers als het mooie 'Tunica Motel' of het broeierige 'I Want My Fleedwood Back'.
De reguliere setlist sluit de Louisiaanse zanger af met prijsbeest 'Polk Salad Annie' om daarna, onder luid applaus, terug te keren voor nog twee toegiften: vooreerst een dampende versie van 'Lake Placid Blues' en tenslotte het onvermijdelijke stomende slotakkoord 'Steamy Windows' dat de laatste Leuvense ruiten met Zuiderse modder laat bedampen.
Prima concert dus van een man in vorm die maar al te goed beseft dat zijn nieuw werk gerust de vergelijking met zijn klassiek geworden materiaal kan doorstaan. De muziek die Tony Joe White live brengt staat onmetelijk ver weg van hoe muziek dezer dagen commercieel dient te klinken, maar is net daarom zo authentiek. We blijven Tony Joe White koesteren, tot in de eeuwigheid. Amen! (Meer foto's)
Shake
Een Leuvens duo dat opereert onder de naam Delvis mocht het publiek opwarmen en deed dit eerder matig met enkele geleende nummers van onder meer Nick Drake en Jeff Buckley. Misschien goed genoeg voor een bruin studentencafé maar hier schoot deze act toch helaas wel wat tekort.
Daarna duurde het een hele tijd vooraleer Tony Joe ten tonele verscheen. Eindelijk aangekomen nam de Amerikaanse singer-songwriter plaats op z'n stoeltje terwijl hij het publiek zoals gebruikelijk begroette met een aanstekelijk “How y’all doing?“
Gelukkig wordt het wachten ook beloond. De bluesman, in krek dezelfde outfit als twee jaar geleden, dus met zonnebril en cowboyhoed, steekt solo van wal met een aardedonker 'Way Down South', dat meteen ook letterlijk richting geeft aan het soort muziek waar deze man goed in is. Het daaropvolgende 'Roll Train Roll' dendert verder zuidwaarts op de tonen van White's oude Stratocaster, waarna onze man hulp en bijstand krijgt van een fantastische drummer die voor de rest van de avond perfect zal blijven begeleiden. De eerste droge mokerslagen in deze Black-Box-Revelation-formatie worden uitgedeeld tijdens 'Undercover Agent For The Blues' maar het is wachten tot de geweldige klassieker 'Roosevelt and Ira Lee' uit de luidsprekers barst vooraleer het publiek echt van zich laat horen.
White voelt zich ondertussen helemaal thuis in de Dijle moerassen en peddelt tussen oud en nieuw werk terwijl hij de kwaliteit constant hoog houdt. 'Season Man', een nummer uit 'Shine', waarin de gitarist vaak subtiele Knopfler-achtige streepjes uit z'n instrument plukt, blijkt zelfs een hoogtepunt. Dat kan ook gesteld worden over het meeslepende 'Tell Me Why', alweer een nieuwe song die alles heeft om het tot een TJW-klassieker te schoppen. Zij misstaan zeker niet tussen oudere bluesnummers als het mooie 'Tunica Motel' of het broeierige 'I Want My Fleedwood Back'.
De reguliere setlist sluit de Louisiaanse zanger af met prijsbeest 'Polk Salad Annie' om daarna, onder luid applaus, terug te keren voor nog twee toegiften: vooreerst een dampende versie van 'Lake Placid Blues' en tenslotte het onvermijdelijke stomende slotakkoord 'Steamy Windows' dat de laatste Leuvense ruiten met Zuiderse modder laat bedampen.
Prima concert dus van een man in vorm die maar al te goed beseft dat zijn nieuw werk gerust de vergelijking met zijn klassiek geworden materiaal kan doorstaan. De muziek die Tony Joe White live brengt staat onmetelijk ver weg van hoe muziek dezer dagen commercieel dient te klinken, maar is net daarom zo authentiek. We blijven Tony Joe White koesteren, tot in de eeuwigheid. Amen! (Meer foto's)
Shake
donderdag, februari 10, 2011
Richard Thompson speelt gitaarheld in de AB
Ik mag mezelf zeker geen Richard Thompson kenner noemen (ook al zag ik de man al een paar keer live aan het werk). Toch geraakte ik ook nu weer sterk onder de indruk van 's mans passage in de AB afgelopen maandag. Vooral het verbluffend gitaarwerk waar Richard virtuozen als Eric Clapton naar de kroon stak maakte diepe indruk. De Brit koos overigens tijdens de meeste songs voor de elektrische gitaar en dat konden wij alleen maar toejuichen (ofschoon de akoestische Richard ook niet te versmaden is natuurlijk). Bij de bandleden droop het speelplezier ervan af, net zoals bij hun hoofdman overigens, die de hele avond bijzonder goed gemutst (of beter 'gebarret') musiceerde.
Weinig bekende nummers in de set, behalve dan 'I Want To See The Bright Lights Tonight' aan het eind van het concert. Maar toen had Thompson de wedstrijd met zijn publiek al lang gewonnen. Een trouw publiek zo bleek, dat bijna volledig bestond uit harde fans, sommigen al van het eerste uur. Wedden dat minstens 75 % van de aanwezigen volgende keer terugkeert om ook het volgende concert van dezer unieke artiest mee te maken? (Meer foto's)
Shake
Weinig bekende nummers in de set, behalve dan 'I Want To See The Bright Lights Tonight' aan het eind van het concert. Maar toen had Thompson de wedstrijd met zijn publiek al lang gewonnen. Een trouw publiek zo bleek, dat bijna volledig bestond uit harde fans, sommigen al van het eerste uur. Wedden dat minstens 75 % van de aanwezigen volgende keer terugkeert om ook het volgende concert van dezer unieke artiest mee te maken? (Meer foto's)
Shake
woensdag, februari 09, 2011
Arbeid Adelt: het onvoltooid verleden van 'Jonge Helden'
Arbeid Adelt!, de groep rond Marcel Vanthilt, mocht afgelopen vrijdag in de Ancienne Belgique aantreden om hun debuutalbum 'Jonge Helden' uit 1983 live te performen. Een unieke gebeurtenis zowaar die kaderde in de fameuze Rewind-reeks van de AB waarin Belgische artiesten de kans krijgen hun klassieker (vaak een meesterwerk of een mijlpaal binnen de Belgische popgeschiedenis) integraal uit te voeren.
Daar 'Jonge Helden' historisch gezien een mini-Lp was die slechts 23 minuten duurde diende aan het programma nog een tweede deel te worden gevoegd, namelijk een deel waarin de groep kon uitpakken met alle grote hits uit hun (niet zo heel lange) carrière en dit alles aangevuld met een paar nieuwe nummers.
Maar eerst mochten onze al iets rijpere helden Marcel Vanthilt (alias Max Alexander), Jan Van Roelen (alias David Salomon) en Luc van Acker hun tanden zetten in de zeven nummers die hen 28 jaar geleden met één klap op de kaart brachten van de Belgische new wave scene.
Opener 'Ik Sta Scherp' deed zijn naam niet meteen alle eer aan. Frontman Marcel deed net iets te goed zijn best om zichzelf een houding te geven, maar zonnebril en ruitjespak volstonden aanvankelijk niet om voldoende geloofwaardig in de huid van Max Alexander te kruipen. Het titelnummer 'Jonge Helden' kwam al iets beter uit de verf. En na 'Roodborstje', het niemendalletje van amper 30 seconden, stipten we 'De Man Die Alles Noteert' als eerste voltreffer aan.
De drummachine van weleer bleek vervangen door een iets hipper ogende apple-laptop waaruit Jan Van Roelen zware electrobeats putte. Daarnaast bediende Van Roelen zich van een Roland synthesizer al zagen we hem het liefst aan het werk op de sax, waaruit hij allerlei snerpende stadsgeluiden wist te persen. Gitaarmeester Luc Van Acker kwam op zijn beurt verrassend origineel uit de hoek en klonk in eerste plaats helemaal als zichzelf. Samen produceerde AA! een onderkoelde sound, schijnbaar ontsnapt uit de jaren '80 die experimenteel maar tegelijk toch ook wel wat gedateerd klonk. Avant-garde après la lettre, zeg maar.
Tijdens de drie laatste songs van 'Jonge Helden' ('Capita Selecta', '65+' en 'Het Meisje Van Mijn Hart') vond Vanthilt pas echt zijn goede draai (een driekwart pirouette) en kreeg de zanger zijn oude charisma terug. Voor we het goed en wel beseften was het eerste deel echter al voorbij.
Na de pauze trakteerde het arbeids-adellijke triumviraat ons op wat oude videobeelden van zichzelf die het eerder flauwe ' Ja Ja Ja Op Naar De Nieuwe Dimensie' wat extra glans moest geven. Tevergeefs want de film was beter dan de soundtrack. Het was wachten op de eerste echte AA! hit met de onsterfelijke lyrics “Hoe heerlijk de weemoed / Het bier, het verdriet / De stroom waarin de Vlaming zijn leven vergiet / Niet liggen op jouw rug / Lekker Westers.” eer het publiek opnieuw wakker werd.
'Half Vijf', een nieuw geslaagd nummer, hield onze interesse hoog en even later liet Marcel zijn meegereisde gasten op de menigte los. Eerst mocht rock-icoon Willy Willy 'Congostroom' van extra gitaarondersteuning voorzien en daarna was het de beurt aan Dani Klein om vocaal te komen ondersteunen in 'Stroom', het nummer waarin Vanthilt zich als een feestelijke flitspaal vermomde.
Na de minder geslaagde Monkies cover 'Steppin' Stone' viel het zwarte doek achteraan het podium naar beneden en verschenen op de stellingen een twintigtal leden van de Gentse Symphonic Band, onder leiding van een zekere Luc Van Acker (geen familie van de gitarist). Daarnaast gooide Marcel & C° er nog een achtergrondkoortje tegenaan.
Het geluid werd meteen een stuk voller, toegankelijker maar tegelijk ook commerciëler. Geen spoor meer van dat hoekig jaren '80 geluid, hier werd de kaart van het entertainment getrokken. Resultaat was wel dat het publiek zich een stuk beter leek te amuseren en ook wij moeten eerlijk toegeven dat de formule toch wel werkte.
Na nummers als 'Nergens Heen', 'Spannend' en 'Hond' volgde onvermijdelijk 'De Dag Dat Het Zonlicht Niet Meer Scheen', de flink meegebrulde ideale afsluiter natuurlijk. Arbeid Adelt! kwam nog éénmaal terug met 'Disco Death' en dan was het feestje voorbij. Al bij al toch een blij weerzien met naast enkele mindere momenten toch ook wel flink wat hoogtepunten.
Een honderdtal geïnteresseerden luisterden daarna nog naar een interview met de drie AA! leden in de AB CLUB. Daar verstonden we tussen de regels door dat de groep wel zin heeft in nog meer optredens ("we hebben die vierentwintig songs nu toch al vanbuiten geleerd"). Toegegeven, het zou inderdaad jammer zijn moest deze avond nu het definitieve einde betekenen van de groep. Marcel, Jan & Luc dachten er echter niet aan om dit AB concert als live cd uit te brengen, bijvoorbeeld als promotie voor volgende optredens. Neen, de ambitie reikte veel hoger: "Waarom geen "Live in Madison Square Garden" uitbrengen? Of neen, sterker nog, waarom geen: "Live in de foef van Natalia!?" Terechte vragen die ons toch nog enige tijd bezighielden. Indien u het antwoord weet mag u ons een gele briefkaart sturen. (Meer foto's)
Shake
Daar 'Jonge Helden' historisch gezien een mini-Lp was die slechts 23 minuten duurde diende aan het programma nog een tweede deel te worden gevoegd, namelijk een deel waarin de groep kon uitpakken met alle grote hits uit hun (niet zo heel lange) carrière en dit alles aangevuld met een paar nieuwe nummers.
Maar eerst mochten onze al iets rijpere helden Marcel Vanthilt (alias Max Alexander), Jan Van Roelen (alias David Salomon) en Luc van Acker hun tanden zetten in de zeven nummers die hen 28 jaar geleden met één klap op de kaart brachten van de Belgische new wave scene.
Opener 'Ik Sta Scherp' deed zijn naam niet meteen alle eer aan. Frontman Marcel deed net iets te goed zijn best om zichzelf een houding te geven, maar zonnebril en ruitjespak volstonden aanvankelijk niet om voldoende geloofwaardig in de huid van Max Alexander te kruipen. Het titelnummer 'Jonge Helden' kwam al iets beter uit de verf. En na 'Roodborstje', het niemendalletje van amper 30 seconden, stipten we 'De Man Die Alles Noteert' als eerste voltreffer aan.
De drummachine van weleer bleek vervangen door een iets hipper ogende apple-laptop waaruit Jan Van Roelen zware electrobeats putte. Daarnaast bediende Van Roelen zich van een Roland synthesizer al zagen we hem het liefst aan het werk op de sax, waaruit hij allerlei snerpende stadsgeluiden wist te persen. Gitaarmeester Luc Van Acker kwam op zijn beurt verrassend origineel uit de hoek en klonk in eerste plaats helemaal als zichzelf. Samen produceerde AA! een onderkoelde sound, schijnbaar ontsnapt uit de jaren '80 die experimenteel maar tegelijk toch ook wel wat gedateerd klonk. Avant-garde après la lettre, zeg maar.
Tijdens de drie laatste songs van 'Jonge Helden' ('Capita Selecta', '65+' en 'Het Meisje Van Mijn Hart') vond Vanthilt pas echt zijn goede draai (een driekwart pirouette) en kreeg de zanger zijn oude charisma terug. Voor we het goed en wel beseften was het eerste deel echter al voorbij.
Na de pauze trakteerde het arbeids-adellijke triumviraat ons op wat oude videobeelden van zichzelf die het eerder flauwe ' Ja Ja Ja Op Naar De Nieuwe Dimensie' wat extra glans moest geven. Tevergeefs want de film was beter dan de soundtrack. Het was wachten op de eerste echte AA! hit met de onsterfelijke lyrics “Hoe heerlijk de weemoed / Het bier, het verdriet / De stroom waarin de Vlaming zijn leven vergiet / Niet liggen op jouw rug / Lekker Westers.” eer het publiek opnieuw wakker werd.
'Half Vijf', een nieuw geslaagd nummer, hield onze interesse hoog en even later liet Marcel zijn meegereisde gasten op de menigte los. Eerst mocht rock-icoon Willy Willy 'Congostroom' van extra gitaarondersteuning voorzien en daarna was het de beurt aan Dani Klein om vocaal te komen ondersteunen in 'Stroom', het nummer waarin Vanthilt zich als een feestelijke flitspaal vermomde.
Na de minder geslaagde Monkies cover 'Steppin' Stone' viel het zwarte doek achteraan het podium naar beneden en verschenen op de stellingen een twintigtal leden van de Gentse Symphonic Band, onder leiding van een zekere Luc Van Acker (geen familie van de gitarist). Daarnaast gooide Marcel & C° er nog een achtergrondkoortje tegenaan.
Het geluid werd meteen een stuk voller, toegankelijker maar tegelijk ook commerciëler. Geen spoor meer van dat hoekig jaren '80 geluid, hier werd de kaart van het entertainment getrokken. Resultaat was wel dat het publiek zich een stuk beter leek te amuseren en ook wij moeten eerlijk toegeven dat de formule toch wel werkte.
Na nummers als 'Nergens Heen', 'Spannend' en 'Hond' volgde onvermijdelijk 'De Dag Dat Het Zonlicht Niet Meer Scheen', de flink meegebrulde ideale afsluiter natuurlijk. Arbeid Adelt! kwam nog éénmaal terug met 'Disco Death' en dan was het feestje voorbij. Al bij al toch een blij weerzien met naast enkele mindere momenten toch ook wel flink wat hoogtepunten.
Een honderdtal geïnteresseerden luisterden daarna nog naar een interview met de drie AA! leden in de AB CLUB. Daar verstonden we tussen de regels door dat de groep wel zin heeft in nog meer optredens ("we hebben die vierentwintig songs nu toch al vanbuiten geleerd"). Toegegeven, het zou inderdaad jammer zijn moest deze avond nu het definitieve einde betekenen van de groep. Marcel, Jan & Luc dachten er echter niet aan om dit AB concert als live cd uit te brengen, bijvoorbeeld als promotie voor volgende optredens. Neen, de ambitie reikte veel hoger: "Waarom geen "Live in Madison Square Garden" uitbrengen? Of neen, sterker nog, waarom geen: "Live in de foef van Natalia!?" Terechte vragen die ons toch nog enige tijd bezighielden. Indien u het antwoord weet mag u ons een gele briefkaart sturen. (Meer foto's)
Shake
Abonneren op:
Posts (Atom)