Tijdens het voorprogramma maken we kennis met Donkey Boni, een nieuw trio onder leiding van Gunther Nagels (Donkey Diesel). Openingsnummer 'Instant Street' (dEUS) herkennen we pas na enige tijd want Gunther maakt het zijn publiek niet gemakkelijk. De zanger klinkt met zijn diepe grafstem zowat als een moderne versie van Nonkel Van Grauwel. We kunnen hun muziek misschien het best beschrijven als erg repetitief en minimalistisch. Het publiek lust er duidelijk geen pap van. "Schrijf maar op: Worst Band Ever," schreeuwt een Hollander ons toe. Duidelijk is wel dat deze muziek (voorlopig) eerder thuishoort in experimentele achterkamertjes dan in een openluchttheater.
The Pogues verschijnen slechts een kwartier te laat ten tonele, hetgeen we best redelijk achten gezien hun reputatie. 'Streams of Whiskey' is de perfecte opener en vertelt meteen letterlijk waar McGowan vandaan komt. Indien Shane voor één keer nuchter zou zijn, zouden we hier wereldnieuws kunnen schrijven maar de zanger lalt, wauwelt en lispelt nog steeds als Stan Laurel die in een wijnvat gevallen is. Een drietal gin-tonics staan op het dienblad naast zijn microfoon om Shane's alcoholpeil op niveau te houden. Ondertussen rookt het enfant terrible van de Ierse folk ook nog als een Turk. Maar ondanks dit alles staat hij er wel en dat mag met deze levensstijl stilaan een wonder heten.
Misschien doen we er goed aan hier te spreken over punkfolk of nog beter pubfolk want dit gezelschap tovert het Rivierenhof in geen tijd om in een gezellige Ierse pub waar het geen ene zier uitmaakt of er juist of vals gezongen wordt. De goede vibes primeren en die zijn er in overvloed.
De achtkoppige band pakt gretig uit met klassiekers. 'If I Should Fall From Grace With God' volgt op het openingsnummer. Dit orkest waarin o.m. mandola, mandoline, accordeon, drums, tin whistle, banjo en allerlei gitaren figureren, musiceert onberispelijk op niveau. Not the piano has been drinking, maar slechts de zanger. Shane brengt het er, geruggesteund door de backing vocals van zijn makkers, al bij al nog goed vanaf. 'A Pair of Brown Eyes', 'Tuesday Morning', 'Sunny Side of the Street' klinken allemaal meer dan behoorlijk. Toch zien we een paar oudere koppels hoofdschuddend het openluchttheater verlaten, mogelijk dachten zij aan de plaatversies van deze songs die inderdaad mijlenver af liggen van het gebral dat we nu te horen krijgen. Maar hey, ook Bob Dylan zingt niet meer als in de jaren '60!
Als McGowan tijdens een drietal nummers het podium even verlaat (om aan de whiskeyslang te hangen? om te plassen? om een nieuw pakje sigaretten te scoren?) en de gedoodverfde Pogues' ondervoorzitter Peter 'Spider' Stacy de zang even van hem overneemt, is de band plotsklaps zichzelf niet meer. De meerwaarde van McGowan, zelfs in dronken versie, blijft nog steeds bepalend voor de groep.
Ond ertussen gaat het feestje gewoon verder. 'And the Band Played Waltzing Matilda' brengt Tom Waits in gedachten. Greatest hit 'Dirty Old Town' wordt door honderden kelen meegezongen, terwijl 'Sally MacLennane' de voorste gelederen alweer aanzet tot een rondje pogoën en crowdsurfen.
The Pogues komen nog drie keer terug voor een encore. Tijdens deze bissen weten vooral 'The Irish Rover' en een knotsgek 'Fiësta', waarbij enkele Poguesleden met een metalen dienblad op hun hoofd knotsen, de uitgelaten sfeer te consolideren.
Ergens staat deze groep op een lijstje van de 50 groepen die je zeker moet zien vooraleer te sterven en eerlijk, we zijn blij dit optreden meegemaakt te hebben. Geruchten doen de ronde dat dit wel eens de laatste tournee zou zijn van de Britse groep en dat zou jammer zijn. Ierland heeft het al zwaar genoeg dezer dagen. (Meer foto's)
Shake