woensdag, juni 24, 2009

Ry Cooder & Nick Lowe tweemaal op eenzame hoogte

De twee avonden Ry Cooder hadden we vet aangestipt in onze agenda want het was alweer van 1995 geleden dat de zanger / meestergitarist / producer en onderzoeker van het muzikale werelderfgoed nog eens live in ons land te gast was. Nieuwsgierig als we zijn, vroegen we ons af of er enig verschil zou zijn tussen het eerste concert dat plaatsvond in de Elisabethzaal in Antwerpen en het tweede dat in de Bozar te Brussel stond gepland. Dit bleek, na grondig onderzoek, slechts nauwelijks het geval. De setlist was op de twee avonden hetzelfde en Ry droeg in Brussel zelfs het identieke foute hemd als de dag ervoor. Zijn maatje Nick Lowe had de tweede avond tenminste een ander poloshirtje aangetrokken (rood in plaats van geel) maar dit veranderde fundamenteel weinig aan de zaak. De bindteksten in Antwerpen waren misschien wat beter terwijl het Brusselse publiek net iets enthousiaster leek. Tot zover de verschillen.
De beminnelijke Juliette Commagere diende als voorprogramma voor deze Europese tour. In haar groep merkten we, genesteld achter zijn drumkit, reeds Joachim Cooder op. Ry’s zoon was er in 1995 ook al bij, maar de snotaap van toen is nu opgegroeid tot een volwassen man en een geïnspireerde drummer. Juliette (het liefje van Joachim) behoort al jaren tot de inner circle van de Cooder Family en is onder meer te horen op ‘Chavez Ravine’ en ‘My Name Is Buddy’. Ze bracht het er zowel in Antwerpen als in Brussel meer dan behoorlijk van af. Haar manier van zingen deed wat denken aan collega zangeressen Feist of Cat Power, de opgetrokken muzikale landschappen herinnerden ons soms aan Daniel Lanois. In een kleinere, sfeervolle zaal zou haar act alleszins meer opzien baren. Maar we noteren haar naam nu al op het lijstje van de betere voorprogramma’s die we dit jaar voorgeschoteld kregen.
Na een korte pauze was het de beurt aan vader Cooder en compagnon Lowe (op bas en akoestische gitaar), eerst enkel gesteund door Joachim aan de drums en vanaf het vijfde nummer met extra hulp van de heroptredende Juliette Commagere en haar vriendin Alex Lilly, die beiden voor aardige backing vocals zorgden. Normaal had de accordeonvirtuoos Flaco Jimenez de groep nog moeten vervoegen, maar een hernia liet dit feest niet doorgaan. Ry nam tijdens het concert ruimschoots de tijd om de afwezigheid van zijn makker te verontschuldigen en raadde ons aan ‘zijn muziek er gewoon bij te denken’.
Het was Nick Lowe die als eerste plaatsnam achter de microfoon voor ‘Fool Who Knows’, een song uit de tijd van het gelegenheidsproject Little Village, waar Cooder & Lowe eerder al eens samenwerkten. Daarna nam Cooder een duik in de tijd met de medley ‘Fool For A Cigarette/Feelin’ Good’ (uit ‘Paradise and Lunch’ uit 1974). De seventies zouden trouwens het decennium zijn waarnaar de keizer van de slidegitaar tijdens deze concerten het meest zou teruggrijpen. Dat was ook het geval voor ‘Vigilante Man’, een Woody Guthrie-klassieker die Ry al in 1971 opnam, maar hier als sobere Blues werd geserveerd. De talrijk aanwezige Vlaamse gitaristen moeten zich nietig gevoeld hebben tegenover het ragfijne gitaarspel dat Cooder hier uit de mouw schudde. Ongelooflijk hoe deze artiest met slechts enkele noten uit zijn gitaar toch zo’n diepe sfeer kan genereren. ‘Chinito Chinito’ (uit Chavez Ravine- 2005), gedragen door de vrolijke meisjesstemmen van Juliette en Alex, combineerde zuiderse ritmes met een vleugje oriëntalisme. Dit bleek achteraf het enige recente nummer dat de Belgische setlists haalde, maar geen mens die hierom treurde. De oldie ‘Crazy ‘bout An Automobile’ werd in Antwerpen opgedragen aan burgemeester Janssens, die ‘a very nice guy & quiet romantic’ leek in de ogen van Cooder. Deze uitlating leverde slechts een minimum aan applaus op in de Scheldestad en het was misschien daarom dat Cooder, in hart en nieren ook een socialist, nog meermaals verwees naar ‘The Mayor’ en zijn verzoekjes.
Nick Lowe’s vergeten pareltje ‘Crying in my sleep’ herinnerde ons welk een briljant songwriter deze ‘Jesus of Cool’, die er een beetje uitzag als een uit de kluiten gewassen Woody Allen, toch wel is. En dat niet alleen, de man beschikt ook over die typische Britse humor waar wij nooit genoeg van krijgen. Zo vertelde hij dat zijn grote hit ‘Half A Boy And Half A Man’ in België voor drie zalige weken op nummer één stond in de hitparade, terwijl dat maar voor twee weken het geval was in de Nederland. De reden? In Holland werd het nummer van de troon gestoten door niemand minder dan… ‘Father Abraham & The Smurfs’! Het zal je maar overkomen, Lowe had ocharme dit trauma duidelijk nog niet verwerkt. De song zelf zorgde tijdens beide avonden voor een feestelijk moment en waarom het zittende publiek tijdens dit geniale nummer niet recht veerde is ons nog steeds een raadsel. Ondertussen bleef Cooder muzikaal excellereren en verwisselde evenveel van gitaar als de gemiddelde BV van nieuw lief. (Geen tekort aan BV’s overigens, ze kwamen op beide avonden uit alle hoeken tevoorschijn). Tijdens ‘Down In Hollywood’ trok Cooder met zijn groep alle registers open en zette een sound neer die ietwat aan het betere werk van David Byrne deed denken. Ook prachtig was de simpele shuffle ‘One Meatbal’ (uit zijn debuutplaat – 1970) over een man in een restaurant die slechts geld had om één gehaktbal te betalen en hiervoor door de kelner wordt uitgelachen. Wat later zette Cooder ‘Jesus on the mainline’ meesterlijk neer als een Waits-achtige gospelsong om daarna af te sluiten met de Doc Pomus klassieker ‘Little Sister’, één van de weinige echte hits die de Cooder ooit gehad heeft. Tijdens de bisronde trakteerde Nick ons eerst op het wondermooie ‘What's So Funny 'bout Peace, Love And Understanding’, dat iedereen natuurlijk kent in de Costello-versie, maar dat wel degelijk door Lowe werd gecomponeerd. Daarna kregen we een Spaans-Engelse versie van de legendarische plakker ‘He’ll Have to Go’ waarin Flaco misschien het meest werd gemist en afsluiten gebeurde via het sobere kippenvelmoment ‘How Can A Poor Man Stand Such Times And Live’ (1970). Cooder & Co zwaaiden ons nog éénmaal toe en verdwenen na een staande ovatie onherroepelijk achter de coulissen. Wat overbleef waren twee concerten die we niet gauw zullen vergeten. (Meer foto's)

1 opmerking:

Peerke zei

Geen 'Across the Borderline'? Jammer, jammer.