Allerlei voorvallen zorgden er de afgelopen weken voor dat Morrissey opnieuw in de pers kwam. Zo werd hij na gezondheidsproblemen tijdens zijn concert in Swindon afgevoerd naar het ziekenhuis en stapte hij enkele dagen later in Liverpool zelf op nadat hij een plastieken bekertje tegen zijn hoofd gegooid kreeg, zijn verbaasde publiek achterlatend met slechts één woord: “Goodbye”. Benieuwd naar de gemoedsgesteldheid van de zanger en in de hoop een even krachtig concert te mogen meemaken als in Antwerpen eerder dit jaar begaven wij ons naar Vorst Nationaal.
Voorprogramma Doll & The Kicks kon ook dit keer overtuigen: de charismatische zangeres Hannah Scanlon (AKA Doll) weet precies hoe ze de aandacht van haar publiek kan trekken. Ze beweegt zich als een soort venijnig Sneeuwwitje over het podium, terwijl haar band loeihard van jetje geeft. De schok tussen de schone (Doll) en de beesten (The Kicks) levert de magie op die deze groep boeiend maakt. Iets wat ook Morrissey moet zijn opgevallen want hij sleurt de band nu toch al een tijdje in zijn kielzog mee.
Ook nu weer kregen we tijdens de pauze wat videoprojecties voorgeschoteld van onder meer The New York Dolls, The Sparks, Alan Price, Nico, Shocking Blue, Joe Dolan en Lou Reed, die allen tot Morrissey’s favorieten behoren. Best aangenaam en eens iets anders dan de gebruikelijke wachtmuziek die meestal niet veel om het lijf heeft.
Om 21u00 stipt begon Morrissey aan zijn set met de Smiths klassieker ‘This Carming Man’, het vaste openingsnummer de laatste maanden. Wie echter vreesde net dezelfde show te moeten ondergaan als in Antwerpen kreeg ongelijk. Moz speelde zomaar eventjes acht (op twintig) andere nummers dan vijf maand eerder in de Scheldestad. Hardcore Smithsfans konden hun hartje ophalen bij vlotte versies van ‘Is It Really So Strange?’, ’ Death At One’s Elbow’ en vooral ‘Cemetry Gates’ (alle drie niet op de setlist van Antwerpen) en natuurlijk ‘Ask’, dat ook nu weer massaal werd meegezongen.
De zanger zag er een beetje vermoeid uit en het duurde even voor hij volledig bij stem was, maar Moz vocht zich moedig doorheen zijn set, vastberaden om alles te geven. Soms leek hij daarbij wat verbaasd over de positieve reacties van het publiek: "Is it really that good? Have you been drinking? You will be soon". De zwaar zwetende frontman kon zelf af en toe ook een slokje gebruiken.
Ondertussen bleef Morrissey muzikaal wel spijkers met koppen slaan. ‘I'm Throwing My Arms Around Paris’ bleef ook live een wereldsong. ‘Irish Blood, English Heart’ bezat de dynamiek van een splinterbom terwijl “First Of The Gang To Die” opnieuw aanzette tot samenzang, waarbij de voorste rijen als vanouds hun idool trachten aan te raken (al was dat dit keer omwille van de dranghekkens wat lastiger dan in Antwerpen).
Keurige popmuziek moet je van Morrissey niet verwachten en de rustige momenten waren dan ook schaars. “Why Don't You Find Out For Yourself” was zo’n nummer dat in een lagere versnelling werd gespeeld. Aansluitend bij de tekst van “The World Is Full Of Crashing Bores” vroeg de zanger: “Can you name one?" waarbij hij de micro doorgaaf aan het publiek. Onder meer Nicolas Sarkozy en Koning Albert werden genomineerd, al voegde Morrissey er meteen aan toe dat niemand kon tippen aan de leden van het Britse koningshuis.
In tegenstelling tot vele andere Europese concerten leek Moz in Brussel wel erg spraakzaam en in good spirits. Zo deed hij ons het verhaal van zijn vorige nacht in de hoofdstad: “Last night at the Hotel Amigo in Brussels - do you know the hotel? - I ended up on Marianne Faithfull's bed. She was in the bed, smoking Marlboro. I was on the bed, not smoking. And, what? Well, I'm about to tell you! Patience. What happened next was.. nothing. We exchanged pleasantries, I tipped my hat, threw on my cape, jumped on my bicycle.” Het verhaal zal wel kloppen want Faithfull stond inderdaad de vorige avond in de Ancienne Belgique.
Daarna volgden onder meer nog de ultieme Smithssong ‘How Soon Is Now?’, loeihard maar fantastisch gespeeld, het op zware bastonen uitmondende ‘The Loop’ en het meedogenloze ‘I’m OK By Myself”. Hier en daar hoorden we mensen klagen dat de band veel te hard speelde, maar daar hadden wij niet echt problemen mee. Krachtige songs zoals die van Morrissey hebben soms een aantal extra decibels nodig om voor de juiste dynamiek te zorgen.
De bisronde bestond uit één enkel nummer: ‘Something Is Squeezing My Skull’. Daarna kon Morrissey moe maar tevreden terugkijken op –alweer- een schitterend concert: "You have made my heart swell. Thank you Brussels!". Na de song trok hij zijn kletsnat hemd uit en gooide het met een zwier de menigte in, die het relikwie wild aan stukken scheurde. Iedereen wil een stuk Morrissey in huis, liefst nog voor zijn heiligverklaring. (Meer foto's)
1 opmerking:
Was Boz Boorer weer de gitarist?
Dat is een echte klasbak!
Gary
Een reactie posten