Onaangekondigd mocht de sympathieke Oost-Vlaamse Pueroricaan Gabriel Rios de avond met een akoestische set openen. Dat deed hij onder meer met een versie van Voodoo Chile (“Een song die niemand hoort te coveren”) en wat nieuwe nummers (Orion, Natural Disaster, …) uit zijn in februari te verschijnen nieuwe cd. Rios drukte tussendoor even zijn spijt uit dat hij, als inwoner van Vlaanderen, zo weinig in het Franstalige landsgedeelte kon optreden en wijdde dit vooral aan de politieke situatie in dit land. Deze uitlating en zijn muzikale prestaties leverde hem positieve reacties op van het Brussels publiek.
Daarna liet Melody Gardot lang op zich wachten hetgeen hier en daar wat ongenoegen in de zaal bracht. Het ritmisch in de handen klappen als teken van ongeduld leverde weinig op, maar gelukkig verscheen de zangeres iets voor halftien uiteindelijk toch op het podium.
Het levensverhaal van de uit Philadelphia afkomstige Melody Gardot is genoegzaam bekend. Op haar negentiende werd ze slachtoffer van een zwaar verkeersongeval. Tijdens haar zware revalidatie kreeg ze onder meer muziektherapie waardoor ze songs begon te schrijven. Het resultaat hiervan is te beluisteren op de twee uitstekende studioplaten ‘Worrisome Heart’ (2008) en ‘My One And Only Thrill’ (2009).
Melody Gardot wordt vaak vergeleken met artiesten als Diana Krall of Norah Jones, maar bezit volgens ons toch een meer duister kantje dan de andere twee zangeressen, ook al vissen ze allemaal uit dezelfde vijver, namelijk uit deze van de smooth jazz.
Dat Gardot op de planken staat met een zonnebril en af en toe gebruik maakt van een wandelstok is niet zomaar een gimmick, maar heeft alles te maken met de gevolgen van haar ongeval. Het podium bleef heel het optreden trouwens zwaar onderbelicht omdat de zangeres het felle licht niet goed meer verdraagt. De bedoeling van het vreemde ritueel om bij aanvang van haar optreden fijn zand (of was het een poeder?) rond te strooien was ons niet meteen duidelijk. Het leek wat op asverstrooiïng na een crematie. In ieder geval kreeg ze hiermee eenieders onverdeelde aandacht en misschien was dat wel haar bedoeling.
Kort daarna zette Gardot een a capella versie neer van ‘No More My Lord’, zichzelf begeleidend door handgeklap en het stevig stampen met haar naaldhakken, waardoor het rituele stof uit de openingsscène terug opsteeg. Even waanden we ons de getuigen van een Indiaans dansritueel, met Gardot als Sjamaan van dienst, al klopte dit niet meteen met de outfit van de zangeres, dat eerder geleend leek uit een Franse Film Noir, maar soit.
Even later dook Melody bijna letterlijk in haar vleugelpiano om er eigenhandig de snaren van te beroeren. Het leverde een bevreemdende intro op voor ‘The Rain’. Dezelfde magie bleef in de lucht hangen bij het aartsdonkere ‘Your Heart Is As Black As Night’, dat zeker tot één van de hoogtepunten van de avond gerekend mag worden. Haar uitstekende band bestaande uit Irwin Hall (sax), Ken Pendergast (bas) en Charles Staab III (drums) kreeg alle ruimte om zich uit te leven in ‘Les Etoiles’, waarin de zangeres even verdween om daarna terug te komen in een beeldige witte mantel die haar de allure van een Parijse filmster uit de jaren ‘50 gaf.
In haar bindteksten had Gardot het over de liefde en hoe ze eraan verslaafd was. Een betere verslaving dan drugs, drank of geld vond ze. En ook als een relatie uiteindelijk mislukt blijft er in tegenstelling tot andere verslavingen toch één lichtpunt: “At the end, you always get your stuff back” .
‘Lover Undercover’ en ‘Baby, I’m A Fool’ illustreerden haar levensfilosofie muzikaal. Verder zette ze een boom op over het “niet te vertalen” begrip ‘Saudade’, waarmee ze, naar eigen zeggen, geestelijk verwant was. Gardot gebruikte net iets te veel clichés om helemaal authentiek over te komen maar muzikaal bleef ze wel hoge toppen scheren. ‘If The Stars Were Mine’, een wereldsong van eigen hand, zong ze bloedmooi naar, inderdaad, de sterren. ‘Worrisome Heart’, gestut onder het handgeklap van de drummer, was dan weer een mooi staaltje van muzikale inventiviteit.
Zo bracht Gardot elk van haar songs met de grootste zorg, waarbij ze soms zelf gitaar speelde, soms achter de piano plaatsnam of gewoon zangeres was, maar ze deed het telkens met de presence van een jazzdiva in haar glorietijd.
Andere momenten om te onthouden waren het verstilde ‘Deep Within the Corners of My Mind’ en het bluesy ‘Who Will Confort Me’, dat door het publiek ritmisch werd meegeklapt.
Melody Gardot bracht als bisnummer eerst het aan haar grootmoeder opgedragen ‘Over The Rainbow’ en liet haar uitstekende band daarna voluit excelleren in de Duke Ellington klassieker ‘Caravan’. Even waanden we ons in een donkere jazzclub, midden de jaren ’50, met Gardot perfect in de rol van scatzangeres. Die scatzang of vocale improvisatie ligt haar trouwens prima en onderscheidt haar van vele andere smooth jazz zangeressen. Ze doet hiermee eerder denken aan Ella Fitzgerald, die ongetwijfeld één van haar helden is.
Er dringt zich slechts één eindoordeel op: Melody Gardot zorgde in het Koninklijk Circus voor een onvergetelijk concert. Geef deze dame nog enkele jaren de tijd en ze wordt wereldklasse, zoveel is zeker. (Meer foto's)
1 opmerking:
Een reactie posten