maandag, juli 19, 2010

Flip Kowlier en The Original Wailers laten het zomeren








De symphatiekste onder alle West-Vlaamse artiesten stond in het Rivierenhof misschien net iets te vroeg geprogrammeerd. Het volk stroomde nog volop binnen toen Flip Kowlier en zijn Moaten, bestaande uit een full band, inclusief twee fijn bewegende achtergrondzangeressen, hun set inzetten met ‘Zwembad’. Al snel gooide hij ‘Mo Ban Nin’ er tegenaan, zijn grootste hit uit zijn nieuwste plaat ‘Otoradio’, waarvan we even later ook nog het titelnummer voorgeschoteld zouden krijgen.
Uit de bindteksten onthielden we dat Flip van wel degelijk van Antwerpen houdt en dat hij –origineel als hij is- af en toe zichzelf covert, hetgeen hij inderdaad bewees met leuke herwerkte versies van ‘Grootste Lul van’t Stad’ en ‘Welgemeende’. De Izegemse bard bracht alles bij elkaar een gesmaakte combinatie van ska, reggae en Vlomsche Popmuziek. ‘Mama (No Wo Homme Hon?)’ bleek andermaal een voorbeeldige getuigenis dat de nieuwe plaat van Kowlier deugt. Alleen jammer dat het publiek zich wat tam gedroeg (de warmte?) want Flip & orkest verdienden meer dan alleen maar wat doordeweeks applaus. Het laatste nummer ‘Is dit alles?’, een cover van Doe Maar bracht wel wat meer sfeer in het openluchttheater en had hij toen nog een uurtje kunnen doorgaan was de hele zaak misschien wel ‘In de Fik’ gegaan. Maar die kans kreeg Flip Kowlier en de zijnen helaas niet, want inmiddels stond de artiestenbusje, met daarin The Original Wailers al klaar.
Hoe origineel de The Original Wailers anno 2010 precies nog zijn is nog altijd de vraag. Terwijl pakweg twintig jaar geleden The Wailers Band nog bestond uit een pak meer originele leden (waaronder Aston ‘Family Man’ Barett en Tyrone Downie) en daarenboven geregeld optraden met de orignele I-Trees, spelen in het huidige sextet enkel nog Junior Marvin en Al Anderson mee. Dit duo kreeg in het Rivierenhof het etiket ‘original’ Original Wailers opgeplakt. En we moeten toegeven dat deze voormalige dienaren van de Reggaekoning de muzikale erfenis van hun voormalige broodheer Bob Marley met zorg uitdroegen. De groep bracht een set bestaande uit bekende en minder bekende Marleysongs, aangevuld met wat eigen materiaal dat er mocht zijn.
Met opener ‘Natty Dread’ lokten The Orinal Wailers meteen een groot deel van het Antwerpse publiek naar voren om zich de rest van de avond op de tonen van de heilige reggaemuziek te komen uitleven. Dit volkje bestond waarlijk uit mensen tussen zeven en zevenenzeventig jaar oud. Ouwe landrotten en rastafari’s zowel blank als zwart, dansten schouder aan schouder met vaders en zonen, moeders en dochters. De muziek van Bob Marley verenigt alle leeftijden want is per definitie tijdloos, zoveel is zeker. Jah knikte glimlachend in de coulissen en zag dat het goed was.
Maar terug naar de muziek. ‘Positive Vibration’ is de energie waar alles bij de rastafari’s allemaal om draait en de song werd dan ook flink meegebruld door alle gelovigen. ‘War’ klonk fel, al had het niet de opruiende kracht die Marley er ooit aan gaf. Junior Marvin nam vaak de zangpartijen voor zijn rekening al kreeg keyboardspeler Desi Hyson hiervoor ook zijn kans. Al Anderson blonk de hele avond uit op leadgitaar, maar trok met zijn gitaarspel soms net iets te veel aandacht naar zich toe met partijen die richting metal dreigden te evolueren. Keep it simple, Al!
Eén van de hoogtepunten van de avond volgde met een heerlijke versie van ‘Stir It Up’, quasi perfect door de groep met Marley’s oudgedienden neergezet. ‘Forever Lovin’ Jah’ prees de Heer terwijl stilaan allerlei Ganja luchtjes het luchtruim voor het podium vulden.
Eigen nummers als ‘Solution’, ‘We’re The Children’ en ‘Black Bird Fly’ moesten de aandacht trekken op de nieuwe cd van deze groep die begin volgend jaar uitkomt. Het zal dan tevens dertig jaar geleden zijn dat Bob Marley voorgoed naar de eeuwige rastavelden verdween. Onnodig te zeggen dat deze songs de vergelijking met de Marley klassiekers niet echt konden doorstaan, al klonken ze zeker niet verkeerd. Nieuw materiaal houdt een band als deze, die toch al vooral retro nummers ten gehore brengt, levendig. Het publiek bedankte met beleefd applaus.
Verder vonden we het aangenaam dat The Original Wailers naast het overbekende werk van Marley ook voor minder bekende songs van de grootste reggaeartiest allertijden kozen. Denken we bijvoorbeeld maar aan half vergeten pareltjes als ‘We And Dem’, ‘Heathen’ of zelfs ‘Pimper’s Paradise’.
Wie tenslotte nog eens uitstekende versies van ‘Buffalo Soldier’, ‘Three Little Birds’ en het ultieme ‘Jammin’’ als uitsmijter ten gehore krijgt, mag Jah, The Lord dankbaar zijn. Vol van genade reden wij met de reggaeritmes nog in ons hoofd helemaal terug naar Babylon (omdat wij de wegwijzers naar Jamaica helaas niet meer konden vinden). Rastafari! (Foto's: hier en hier)

Geen opmerkingen: